Tahiti

Veel mensen, zo is me gebleken uit de respons op mijn blogstukjes over Haïti en Tahiti, zijn de voorbije dagen op het internet aan het zoeken gegaan naar informatie over Tahiti in plaats van Haïti. Ik schreef eerder dat het een niets met het andere te maken had. Nu is dat niet helemaal waar. Zowel Haïti als Tahiti hebben een Frans-koloniale achtergrond met alle gevolgen van dien. Tahiti, hoofdeiland van Frans Polynesië, heeft nog steeds een koloniale status. De eilandengroep heeft weliswaar een eigen parlement en president (die de voorbije paar jaar al vier keer van naam wisselde), maar Frankrijk betaalt en bepaalt. Sarkozy besloot de voorbije week om te gaan sleutelen aan de bestuursstructuur van de eilandengroep, omdat hij het voortdurend wisselen van machthebbers, de politieke instabiliteit en de geldhonger van de kolonie beu is. Die ingreep heeft ook te maken met de vrees voor een mogelijke opstand, zoals die recentelijk op Guadeloupe, een ander Frans overzees departement, voordeed.

Bijgevoegd een artikel over Tahiti, Frans Polynesië, dat twee jaar geleden in verkorte vorm de PZC haalde. Voor de goede orde, president Oscar Temaru is sinds november vervangen door Gaston Tong Sang.

Het artikel:

Frans Polynesië is in de ogen van velen een aard paradijs. Weelderig begroeide eilanden in een warme, azuurblauwe oceaan. Toch gebruikten de Fransen dit hemelse oord in de Stille Oceaan drie decennia lang als een nucleaire speeltuin. De atols Moruroa en Fangataufa verwerden door toedoen van het Franse Centre Expérimentation Pacifique (CEP) in kleine woestenijen. In ruil voor de atoomproeven pompte de Franse centrale overheid jarenlang veel geld in het eilandenrijk. Tot 1996, toen president Chirac – onder grote internationale druk – besloot een eind te maken aan de proeven en een moratorium afkondigde. Frans Polynesië zou vervolgens tien jaar lang –als een vorm van afkoop voor de geleden schade – extra middelen krijgen om de regionale economie op te bouwen die minder sterk zou leunen op het moederland. Die tien jaar zijn nu om, het geld – ruim zes miljard euro – is op en van een economische ommezwaai is nog weinig terechtgekomen.

Door Conny van Gremberghe

“Oscar is terug” kopte Tahitipresse, de enige echte krant van het eilandenrijk vorige maand, toen president Oscar Temaru weer eens was teruggekeerd van een reis naar het verre moederland. Temaru kwam echter met lege handen terug, want zowel in Frankrijk als in de Verenigde Staten, had hij vergeefs gebedeld om financiële steun voor zijn politieke missie om op Tahiti en de andere eilanden een meer zelfvoorziene economieop te bouwen. Nou, helemaal voor niets was de tocht naar Parijs nu ook weer niet geweest. De Franse regering en persident Chirac hadden Temaru verzekerd dat Frankrijk ook de komende jaar borg zal staan voor de betaling van de ambtenaren. Aangezien het hier gaat om 11.825 banen en mensen dus, kon Temaru dat als een blijde boodschap brengen.

Temaru, leider van de naar onafhankelijkheid strevende partij Tavini Huiraatira, werd in 2004 president van Frans Polynesië, nadat een jaar daarvoor de Franse regering de eilandengroep de status van overzees land had gegeven in plaats van overzees gebiedsdeel. De statuswijziging had tot gevolg dat de eilanden een ruime mate van zelfbestuur kregen. De statuswijziging had president Chirac zelf geregeld met zijn goede vriend Gaston Flosse, een man die met zijn conservatieve partij Tahoera’a Huiraatira, twintig jaar lang de politiek in en van Frans Polynesië bepaald had. Flosse wilde echter bij Temaru’s aantreden niet van wijken weten en dwong in oktober van dat jaar een presidentiële herverkiezing af, die hij won, maar die door de volksvertegenwoordigers van Frans Polynesië niet werd erkend . Ook de bevolking liep tegen het politiek schimmenspel van Flosse te hoop en nadat 20.000 woeste Temaru-aanhangers door de hoofdstad Papeete waren getrokken, bonden Flosse en zijn partij in. In februari 2005 werd na weer, maar nu een officiële, verkiezingsronde Temaru opnieuw ingehuldigd als president.

Temaru en Flosse zijn in alles elkaars opponent. Temaru is populair bij de gewone eilanders, Flosse kan bogen op steun van de elite, de dorpshoofden, de zakenlieden en les demi’s (de halve Fransen. Temaru is een populist, bespeelt graag de massa. Flosse is de ritselaar, de regelaar, de man met connecties tot in het Elysee. Temaru is de man die zijn politieke scholing opdeed in de jaren ’70 bij de naar onafhankelijkheid strijdende Kanaken op Nieuw-Caledonië. Flosse echter was en is nog steeds voorstander van een eilandenrijk onder Frans gezag, maar voorlopig is hij uitgerangeerd. In juni werd hij tot drie maanden voorwaardelijk veroordeeld wegens corruptie. Hij zou zijn zoon bevoordeeld hebben bij de verkoop van een hotel. Tegen de invloedrijke politicus lopen nog enkele rechtszaken wegens vermeend machtsmisbruik.

Temaru staat nu voor een bijna onmogelijke taak om zijn missie – een autarkische Polynesië – te volbrengen. Het ontbreekt hem aan geld, internationale steun en politieke vaardigheden om andersdenkenden op de eilanden voor zijn ideeën te winnen. De voorbije week zorgde hij op Tahiti voor bestuurlijke consternatie door het onderwijssysteem aan te vallen. Temaru had gezegd dat hij het op Franse leest geschoeide onderwijs op de eilanden maar niets vond. ,,Kinderen leren van half acht tot negen uur niets. Ze zouden beter de lessen om negen uur laten beginnen, zodat kinderen ’s ochtends van hun vader leren hoe ze in een broodboom of palmboom moeten klimmen”, meldde de president. Onderwijsgevenden vonden Temaru’s kritiek belachelijk. ,,De president vergeet dat deze kinderen in de 21e eeuw leven”, liet de Conservatieve Partij van Flosse in een verklaring onmiddellijk weten.

Het jarenlange, conservatieve bewind van Gaston Flosse en de zijnen hebben de 118 Frans Polynesische eilanden gebracht in de staat waarin ze nu verkeren. De regionale economie is amper ontwikkeld en drijft grotendeels op geïmporteerde goederen, toerisme en Franse steun. Door die steun is het gemiddelde inkomen op de eilanden – en vooral op het hoofdeiland Tahiti – met bijna 18.000 dollar vele malen hoger dan op andere eilanden in de Stille Oceaan.

Ook de openbare voorzieningen, onderwijs en medische zorg, zijn – ondanks Temaru’s kritiek – kwalitatief goed te noemen. Daar hebben de Fransen in 200 jaar koloniaal bestuur wel zorg voor gedragen.

Anders ligt het met sectoren als de landbouw en de visserij. Die zijn door dat kolonialisme vrijwel om zeep geholpen. De visrechten werden onder de Fransen jarenlang verkocht aan Japanners, die de zee om de eilanden zowat leegvisten. Het ergste was echter dat de eilanders zelf aan het vissen de brui gaven. Pogingen van Temaru om de inheemse visserij weer aan gang te krijgen slaan amper aan. Ook een met Franse middelen opgetuigde garnalenkwekerij op Moorea hield het slechts een jaar of wat vol. Op de bovenwindse eilanden van de archipel (Tahiti, Moorea, Raiatea, Huahine en Bora Bora) mag dan alles groeien wat in de (vulkanische) grond wordt gestoken, de eilanders zijn het telen van voedingsgewassen grotendeels verleerd. Alleen op Huahine is de akkerbouw nog als vanouds. Het eiland fungeert dan ook als bunkerplaats voor de overige eilanden. Een paar keer per week vertrekt er een schip van de kade in Fare richting Papeete met aan boord vers geoogste yams, taro, andere groenten en fruit.

Onder Flosse is de akkerbouw deerlijk verwaarloosd. De vroegere president hield zich liever met andere zaken bezig. Het toerisme bijvoorbeeld. Flosse wist Franse en Amerikaanse hotelketens (Sofitel/Accor, Sheraton en de Intercontinental Groep) zover te krijgen dat zij op prachtlokaties op de eilanden luxe resorts bouwden. Dat lukte en met de hotels kwamen er banen, vele banen. Flosse stond aan de wieg van de luchtvaartmaatschappij  AirTahiti Nui in 1996, die tegenwoordig de toeristen zelf halen gaat in de Verenigde Staten en Frankrijk en inmiddels met 1100 werknemers is uitgegroeid tot de grootste werkgever op de eilanden. Flosse zag ook veel in de kweek van de beroemde zwarte parels van Tahiti, die overigens vrijwel allemaal gekweekt worden op de eilandengroep van de Tuamotu’s. Kwekers kregen van de regering Flosse flinke subsidies om hun kweekmethodieken te verbeteren. Jarenlang steeg de export van de waardevolle natuurproducten (vooral naar Japan en Hong Kong) tot in 2001 El Nino toesloeg en de kwekers zware schade toebracht. De sector is nu – vijf jaar later – de klap nog niet te boven gekomen.

In datzelfde jaar brachten Al Qaeda leden de Verenigde Staten en klap toe die zijn weerga nog niet gekend heeft. De aanslagen op het World Trade Center hadden flinke gevolgen voor Tahiti en de andere eilanden. Het aantal Amerikaanse toeristen nam met eenderde af en ook in die sector laat het uiteindelijke herstel nog steeds op zich wachten.

Frans Polynesië is nog steeds een paradijselijke eilandengordel, maar hier en daar zijn sleetse plekken zichtbaar. In Papeete is de verpaupering te zien en zelfs te ruiken. De komst van twee nieuwe Franse supermarkten verandert daar niets aan. De wegen op diverse eilanden zijn verworden tot plassen met hier en daar wat asfalt. Diverse hotels liggen er verlaten en verwaarloosd bij. Door een teveel aan toerisme is het onderwaterleven in de lagune van het mooie Bora Bora geen schijntje meer van wat het was.

Oscar Temaru vliegt deze week naar IJsland om een conferentie bij te wonen over de opwarming van de aarde. Als de doemscenario’s bewaarheid worden, dan staan de atollen van deTuamotu’s op het spel, op het punt onder water te verdwijnen. Het paradijs wordt van diverse zijden bedreigd, maar de Tahitianen liggen er niet echt van wakker. Over een week of wat lezen ze in Tahitipresse wel  dat ‘Oscar weer terug is’.

Over van Gremberghe

Journalist en internetondernemer. Verslaggever in algemene dienst. Schrijft over Zeeland, Neder- en buitenland. Over wat wel en niet gebeurt, over reizen en soms over gewone mensen. Immer gedreven en oprecht, voor zover daar sprake van kan zijn.
Dit bericht is geplaatst in GINDER; Nationale en internationale zaken. Bookmark de permalink.