Om klokslag zeven uur maandagavond waren ze er. Opeens. Ronkend uit de Steenstraat, de een na de ander. Het beleg van Hulst door de anti-ontpolderingslobby ving aan. Het getoeter overstemde de klokken van de basiliek. Een dweilband deed het anti-ontpolderingslied van Jan Otten naar een verre achtergrond verdwijnen. Carnavalsrepetitie bij wijze van verzetsdaad. Magda de Feijter, met koket rood mutsje, regelt alles, loopt van hot naar her. Het publiek groeit van tientallen naar enkele honderden. Ontpolderen nee, de leuze van het aanwezige volk.
Ach arme Jeroen Gosse, ambtenaar van minister Verburg. Na de gebruikelijke toespraak van Magda mag hij het rijksbeleid en -belang verwoorden. “Hoe durf je op 1 februari te komen praten over het onder water zetten van delen van Zeeland, onze polders”, klinkt het dreigend, verwijtend, vals. dat deze datum er op aandringen van de gemeente Hulst uit komen rollen is zegt burgemeester Jan Frans Mulder niet op de drukke markt. Pas binnen in de raadszaal maakt hij daar even gewag van. Buiten niet, nee, het vijandsbeeld moet intact blijven. Dwaze rijksoverheidsdienaren hoe durven jullie…
Gosse verzandt een een verhaal over procedures, over hoe dingen gaan in Nederland. Het publiek hoort ‘m praten, maar niets zeggen. Nee, dan de paar kamerleden. Van VVD en PVV, die helemaal uit Den Haag zijn gekomen om te laten horen dat zij tegen zijn. Richard de Mos van de Partij van Wilders weet hoe volksmenners handelen. Op hem kunnen de anti-ontpolderaars rekenen. Nu en in de toekomst.
Dan krijgt burgemeester Mulder de microfoon in handen. De anders zo goedlachse burgervader steekt geagiteerd van wal. Verwijt het rijksbestuur Hulst en de Zeeuwsen te minachten, te piepelen. Na elke alinea gaat met een theatraal gebaar de vuist omhoog en klint het Ontpolderen nee!!” Dit is geen carnaval meer, dit is pure oorlogsprop.
De honderden zoeken zich een weg naar het stadhuis. De info-bijeenkomst wordt in de raadzaal gehouden, die is te klein om het publiek te herbergen. In de boven-en benedenhal is koffie en beeldschermen.
Gosses collega mag de raad uitleggen wat volgen gaat. Een saai intermezzo over procedures en planafwikkelingen. Ladielaladieda…
Mulder begint namens de raad aan de litanie der nimmer aflatende woede. Hulst liet de rijksregering reeds in 2005 weten dat er geen maatschappelijk draagvlak bestond voor ontpolderen. dat dat draagvlak in de optiek van de raad nog steeds niet aanwezig is en dat de raad daarom de lijn -tegen ontpoldering – blijft volgen.
Jan Frans is namens de raad van Hulst boos, omdat de gemeente voor de rijksheren nimmer als volwaardige gesprekspartner is beschouwd. “Er is veel gepraat over ons, maar nooit met ons”, briest de burgemeester. En hij gata verder. Harder. Het Rijk heeft in dit dossier volledig gefaald, meent hij. Er is valse hoop gegeven, de verhoudingen met Vlaanderen zijn gefrustreerd en Hulst, Hulst voelt zich gepiepeld.
En ten lange leste: Hulst laat zich niet als een klein kind terzijde schuiven en belooft om juridisch alles uit de kast te zullen halen om het ontpolderingsproces te keren. Gejuich en applaus.
Dan volgt de raad. Per fractie woorden van afkeuring, woorden van twijfel, vragen over van alles, maar eigenlijk voor niets. Hulst is tegen ontpolderen.