De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil de gemeenten opheffen. Althans: zoals we ze nu kennen. Ruim 400 in getal. Ook de provincies, de regionale bestuurslichamen en de deelgemeenten moeten weg. In hun plaats moeten sterke regio’s of regiogemeenten komen, een stuk of dertig. Op die manier kan miljarden worden bezuinigd en kan de slagkracht van het bestuur enorm worden verhoogd, zegt de VNG.
Voorman Ralph Pans van de VNG wil met de formateur van de nieuwe regering na de verkiezingen van 9 juni onmiddellijk stappen zetten om de bestuurlijke herschikking op de rol te zetten. Of dat allemaal lukken zal valt nog te bezien.
De eerste reacties van bestuurslichamen op het VNG-idee rollen al binnen. De Zeeuwse Vereniging van Gemeenten ziet niets in het VNG-gedacht. Het zou volgens de burgervader van de gemeente Veere zelfs wel een scontraproductief kunnen werken. Dat een dergelijke grootschalige bestuurlijke opschudding van Thorbeckes dekbed wel eens meer kan gaan kosten dan het volgens de VNG kan opleveren. Ik voorzie dat er nog een heleboel argumenten tegen zullen volgen. En de gewone man? Die zit er niet mee. De Volkskrant koppelde aan het artikel over het VNG-voorstel gelijk een enquete en wat blijkt. Van de ruim duizend reacties (tot nu toe 20/5 14.30 uur) vindt ruim tweederde het opdoeken van al die gemeenten en provincies best een goede zaak.
Nu is het verhaal van Pans en de zijnen niet nieuw. Onder Paars was bestuurlijke schaalvergroting ook al een toverterm. Ook toen waren er gedachten om grote stadsregio op te zetten. Er werd zelfs een voorzichtig begin mee gemaakt, maar uiteindelijk leidde ook deze exercitie tot niets, tot nop, tot nada.
Ik ben overigens wel benieuwd of Ad Koppejan naar aanleiding van de VNG-voorstellen en met het oog op de verkiezingen nu nog nieuwe campagnes begint met een lokale invalshoek. Niet Zeeland Blijft, maar ook Veere Blijft, Noord-Beveland Blijft, Sluis Blijft en zelfs Tholen Blijft.
Ik ben zo vrij te denken dat alles blijft (op een enkele herindeling die nog op de rol staat na). Binnen de VNG zal eens lekker gestoeid worden met dit idee – het jaarlijkse congres zit er aan te komen in juni- en dan verdwijnt het weer in de koelkast, ijskast of vriezer.
Ik vraag mij, als ambtenaar, ook af of dit het gewenste resultaat heeft.
In verkiezingstijd roepen dat er minder ambtenaren nodig zijn scoort altijd. De burger heeft immers niet veel op met ambtenaren. Ze zijn lastig, kosten geld en doen niets. Maar, hoe groter een ambtelijk orgaan, hoe logger het wordt. Een mentaliteitsverandering onder de ambtenaren zal een veel groter voordeel opleveren, en op termijn misschien wel meer begrip van de burgers. Ambtenaren zijn er immer niet alleen om de burger te pesten.