Tweedekansonderwijs, zo werd het in de jaren ’80 genoemd. Het is dan het volwassenonderwijs, dat in de periode 1975-1985 tot volle wasdom kwam, met de moedermavo als toenmalige trekker. Als jonge docent rolde ik via wat urenbaantjes op basisscholen in 1980 het volwassenenonderwijs in Zeeuws-Vlaanderen in. De toenmalige gangmakers van het volwassenenonderwijs in de streek, Bertus Verdonk en Herman Veraart, boden me de kans om mijn vak uit te oefenen voor overwegend goed gemotiveerde leerlingen in alle leeftijdscategorieën, in Hulst, Terneuzen en Oostburg. In de ochtenden de moedermavo, ’s avonds op de avondschool in het PH-gebouw (later in een eigen gebouw aan de Walstraat). Ik vond het waarlijk een eer en -dat is ook veel waard) een genoegen om lessen Nederlands en aardrijkskunde te verzorgen voor een zo’n gemeleerd publiek. Er zaten dames van dertig in die vroeg van school waren gegaan en vrij rap aan een gezin waren begonnen en die van mening waren dat ze zelf tekort waren geschoten in hun vorming. Ze gingen weer naar school, enkele jaren achtereen bij bosjes. Maar er waren ook oudere mannen bij die door omstandigheden niet de opleidingsgraad hadden bereikt die ze nodig hadden en besloten hadden om hun kennis en kunde bij te spijkeren. De sfeer op de wat toen heette Dag-en Avondschool Zeeuws-Vlaanderen was goed en gezellig. De motivatie, maar ook prestaties van de tweedekansers waren groot. Ik vond het dan ook maar wat jammer dat mijn urental na 1984 ras afliep en ik eigenlijk op zoek moest naar een andere nering. Ik vond het daarentegen – en vind het nog steeds – prachtig om in mijn latere leven mensen tegen te komen die na hun tweedekansonderwijs daadwerkelijk aan een betere, andere baan waren gekomen of die maatschappelijk carriere maakten na de bijscholing.
Medio 1983 werd het volwassenenonderwijs overspoeld door dropouts uit het reguliere onderwijs, jongeren die certificaten gingen halen voor vakken of die omwille van de leerplicht nog ettelijke uren school volgden buiten het reguliere onderwijs. De sfeer op de dag-en avondschool veranderde, maar werd niet beter. Later werden de vavo-opleidingen ondergebracht bij het ROC Westerschelde en werd het tweedekansonderwijs stukken marginaler.
Het tweedekansonderwijs is inmiddels verworden tot het laatstekansonderwijs en dat is een term die weinig goeds in zich draagt. Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt van onderwijs heeft recentelijk het mes gezet in deze onderwijsvorm. De vavo-opelidingen in den lande moeten het volgens het landelijke vavo-netwerk met 44 procent minder gaan doen. Den Haag heeft geen oog en oor meer voor dropouts en laatbloeiers. De redenering van de bewindsvrouwe is simpel. Als het reguliere onderwijs goed functioneert is tweedekansonderwijs niet meer nodig. Tja, dat klinkt aannemelijk, maar de praktijk des levens is anders.
Hoe het ook zij, het volwassenenonderwijs lijkt zijn einde te gaan vinden. Is het niet dit, dan wel komende jaren. Voor het ROC Westerschelde, een school die toch al met grote problemen worstelt, komt dit probleem bovenop de grote hoop. Maar hoor ik iemand roepen, luiden de noodklokken, gaat er een sirene af? Nee, de stilte is oorverdovend….