Het is winter. Het VRT-journaal bracht de voorbije avond beelden van een ondergesneeuwd Bornholm, waar militair materieel ingezet moest worden om mensen uit hun woningen te halen, van het noordoosten van de Verenigde Staten waar het publieke leven vrijwel stilgelegd is door winterse blizzards, van Moskou waar vliegtuigen aan de grond bleven omdat het ijzelde en waardoor duizenden mensen veroordeeld waren tot een gedwongen verblijf op luchthavens waar stroom regelmatig uitviel. En in Nederland, in Nederland beleven we een zoutcrisis.
De voorraden strooizout zijn op. Zelfs de NRC wijt aan deze typische Nederlandse crisis een hoofredactioneel commentaar. De krant meldt: “Treurig is de ‘crisis’ wel rond deze oertaak van de overheid. Temeer daar zij zich vorige winter ook al voordeed en de wegbeheerders – landelijke, regionale en lokale overheden – dus gewaarschuwd waren. De crisis verbaast ook degenen die zich het nieuwsbericht herinneren dat van overheidswege in september werd uitgebracht onder de kop ‘Rijkswaterstaat is klaar voor de winter’. Gealarmeerd als de dienst was door de wetenschap dat hij de afgelopen winter 191.000 ton aan zout had uitgestrooid, tegen 70.000 ton in een ‘normale’ winter.”
Ik vraag me overigens in gewisse af of Rijkswaterstaat wel klaar was voor de winter en of er daadwerkelijk zoveel zout lag opgeslagen als wordt beweerd. Ik heb mijn twijfels. Ook al, omdat de andere wegbeheerders de voorbije weken geëxcelleerd hebben in tekortkomingen. Hadden de gemeenten, de waterschappen, de particuliere wegbeheerders wel voldoende strooizout in opslag? Ik vraag het me af.
Op 4 december mocht ik mijn dochter verhuizen in Rotterdam. Ik had daar een bestelauto voor gehuurd en was zowat een hele dag onderweg om wat spulletjes van mijn kind over te brengen naar haar adres. Gestrooid was er nergens. Rotterdam ging verloren onder de sneeuwhopen. De snelweg zuidwaarts was amper begaanbaar. Gestrooid was er nergens. pas laat in de avond ontwaarde ik sneeuwschuivers op de wegen.
Het is nu weken later en vanavond zag ik buurman Frans naast zijn fiets lopend thuiskomen. “Met de auto gaat het nog een beetje, maar met de fiets is er hier geen doorkomen aan. Je ligt zo onderuit.” gelijk had-ie. Ik woon in Hulst in een hofje, een doodlopend straatje. Prima wonen, daar niet van, aardige buren enzo, maar strooiwagens? Die heb ik de voorbije weken in onze buurt niet kunnen ontwaren. Het begint nu wat te dooien, over een dag of wat is het ijspakket dat nu nog de straat bedekt waarschijnlijk weg, het riool in, zonder dat er een korrel zout aan verspild is. Toch had de gemeente best wel eens een keer met een strooiwagen een tochtje door deze straat kunnen maken, omdat dan de andere gemeentelijke taak – het inzamelen/ophalen van afval – ook gewoon zou zijn uitgevoerd. Een paar keer zijn de kliko’s niet geledigd. En dat was niet alleen in mijn straatje het geval, maar ook elders.
De overheid is klaarblijkelijk met een beetje winter niet in staat om haar taken uit te voeren. En dat is kwalijk.
Geen zout, leuter dan niet en flikker wat scheppen zand op het wegdek, zodat mensen en dier zonder botten te breken hun gang over publiek domein kunnen maken. Och, dat is slecht voor de riolering. Jawel hoor, maar ik denk dat de maatschappelijk schade in de vorm van botbreuken stukken groter zal zijn dan de schade aan – de toch al slecht onderhouden – rioleringen. Ook niet-publieke wegbeheerders moeten hun verstand eens gebruiken en niet zoals onlangs de Roompot mensen in vakantiecentra schofferen als ze Roompot niet meer vragen dan waar ze om betalen namelijk “afval ophalen, groen bijhouden én de wegen fatsoenlijk houden.”
Onder fatsoenlijk mag ook begaanbaar worden verstaan, lijkt mij.
De komende dagen gaan de temperaturen een beetje omhoog, een weinig in de plus.
De crisis wordt door het weer naar alle waarschijnlijkheid opgelost, alhoewel ik voorspel, als februari een beetje tegenzit een herhaling van zetten. Zoutloketten of niet….
PS: Tot mijn genoegen rijd er op woensdag 29 december om 13.54 uur een vrachtwagentje van de gemeente Hulst door onze straat om de laatste ijspakketten die er nog liggen te bedekken onder wat zand. Nu de weg bijna begaanbaar is komen de hulptroepen. Oh Nederland…