Zeeuws-Vlaanderen, de slepende achterpoot van Zeeland, het originele artikel van Hiske Versprille, dat ik begin juli met haar toestemming op dit blog plaatste, ontving in eerste instantie de respons die ik verwacht had van lezers. Ontzetting, randstedelijk bril en kijk, zo erg is het allemaal niet, zo zwart moet je het niet bekijken. In tweede instantie – en na het bijschrift van Hiske – veranderde in de reactie hier en op Twitter de toon. Ja, voor een buitenstaander is het allemaal niet zo makkelijk te beschrijven, natuurlijk heeft ze gelijk maar en meer van zulks.
En Hiske heeft bij haar beschrijving gelijk, het is haar gelijk.
Dat hoeft het uwe en het mijne nog niet te zijn, maar het is haar gelijk.
Zij trof als journaliste zaken aan die ze noteerde, zij sprak met mensen die ze in de kolommen van De Groene aan het woord liet, zij zag en beschreef. Haar kijk op zaken. En daar was niks mis mee.
Kortelings stuurde Barbara Oomens, professor Department of Social Sciences van de Roosevelt Academy in Middelburg, waar ze rechten doceert, de Volkskrant een schrijven waarin ze Zeeland feitelijk zelf verweet te weinig te doen om het voorzieningniveau op peil te houden. Ook zij deed dat met -wat ik noemde – een randstedelijke bril op. Op mijn beurt klom ik in de pen en schreef professor Oomens een briefje, dat zij netjes beantwoordde. Ze schreef dat ze haar VK-briefje verstuurd had ” naar aanleiding van het Haagse wensenlijstje van Karla Peijs in de PZC vorige week. Dit lijstje leek vooral samengesteld door het bedrijfsleven (meer industrie, meer asfalt) en niet door de gemiddelde Zeeuw met vooral behoefte aan goede scholen, goede ziekenhuis, goed openbaar vervoer, rechtspraak dichtbij (en de banen die dit alles oplevert). Voor die Zeeuwse bril heb ik vijf jaar geleden gekozen, ik blijf hier als het aan mij ligt de rest van mijn leven wonen, en zal wel zo af en toe Zeeuwse zaken in de Randstad blijven bepleiten. Dat is, zoals u aangeeft, hard nodig.”
Ik ben het volledig met haar eens.
Zeeuwse zaken die in Den Haag bepleit worden zijn vaak geen zaken van de Zeeuwen.
Het zijn zaken van wat bestuurders en de grootindustrie.
Het zijn bovendien zaken die elk jaar herhaald kunnen worden, omdat Zeeland toch nooit meer asfalt, meer industrie, meer overheidsbanen krijgt. Ja, natuur kunnen we krijgen en een kerncentrale, omdat ze die in Nederland nergens anders kunnen neerplanten. Nu ik het over al die lobbyzaken hebben schiet me opeens weer te binnen dat we een Zeeuwse lobbyist in Den Haag hebben rondgelopen. Nog recentelijk iets van vernomen, laat het me aub weten lezers.
En dan vandaag een uitspraak van een jonge vriend van me. Die stelde plotsklaps dat Zeeuws-Vlaanderen (maar dat geldt vrijwel voor heel Zeeland liet een Twittervriend vervolgens weten) ernstig te lijden heeft onder het regenteske gedrag van vermeende notabelen. Hij – optimistisch van aard en instelling – zei het met spijt in zijn stem, omdat hij een evenement in het mooie West-Zeeuws-Vlaanderen in omvang en uitstraling had zien devalueren, omdat gedrag stichtingsbestuurders meer met zichzelf dan met het evenement waren bezig geweest.
Hiske, de professor en mijn vriend hebben aangetoond waar het in Zeeland aan schort.
Waar het in deze vergrijzende en grijze provincie – zeker deze dagen – aan mankeert.
Aan mensen met visie.
Aan mensen met kloten.
Aan mensen met vernieuwingsdrang maar met respect voor wat van waarde is.
Aan mensen met echt bindend vermogen.
Aan mensen die willen.
Zijn ze er dan niet?
Ik weet wel zeker dat ze in Zeeland rondlopen, maar dat ze veel te weinig gelegenheid krijgen om zich te manifesteren op de plaatsen waar ze dat zouden moeten kunnen doen. In het politiek-bestuurlijk circuit lopen best mensen met visie, lef en sociale intelligentie rond die – als ze de kans krijgen – Zeeland vooruit kunnen helpen, maar te vaak en vooral te lang botsen deze lieden (echt niet alleen jongeren, maar ook ouderen) tegen een gevestigde orde op die van geen wijken weet. Politici in Zeeland raken nooit uitgerangeerd. Hebben ze het pluche verlaten, dan dalen ze neer in stichtingsbesturen, bij scholen, instellingen en organisaties. Daar denken ze analoog na over zaken die al lang gedigitaliseerd zijn. Kijk voor een aardigheid maar eens naar de samenstelling van bestuurderen, de politieke generatie van toen heeft het daar nu te vertellen.
De Barbé’s, de VanderDoeven en zelfs de Jikkie van der Giessens – al zijn ze elders uitgerangeerd – blijven het Zeeuwse maatschappelijke middenveld -en vaak nog meer – bestieren. Bankiers en notarissen -eenmaal goed gepensioneerd – blijven hun greep houden op ziekenhuizen, toeristische instellingen en clubs, zorginstellingen en wooncorporaties. Juist waar duurzaam ondernemerschap in moeilijke tijden gevraagd wordt blijken fossielen de toon te zetten.
Nu gun ik die bestuurders best een bijbaantje, maar laat ze die dan zoeken in educatieve, charitatieve zaken en vrijwilligerswerk, waar ook zo naar gehunkerd wordt. Een aantal van die bestuurders beschikt best over kennis en kunde, maar er is ook een zeker zo groot aantal dat de baantje er bij blijft doen om het eigen ego te strelen en de pensioenuitkering wat aan te vullen.
Als evenwel het maatschappelijk middenveld niet snel wordt opgeschoond, niet ras van nieuw bloed wordt voorzien, dan gaat de Zeeuwse samenleving een moeilijke periode tegemoet. Van de huidige politieke generatie mag niet al te veel verwacht worden. In Sluis wordt tegenwoordig zo weinig meer gedaan dat er ook niets mis kan gaan. In de abdij vinden slaapverwekkende vergaderingen plaats die met het verstrijken der tijd alleen nog maar meer slaap gaan opwekken. Zolang oma Karla de toon zet hoeven de Zeeuwen niet te rekenen op bijvoorbeeld nieuwe burgemeesters die eens echt aan een job willen beginnen. Nee, het lijkt goddomme wel of alle autistische bestuurders tegenwoordig naar Zeeland worden gezonden. En vrouwen? Ach, de paar vrouwen die bestuurlijk uit de voeten konden hebben inmiddels de provincie verlaten en zelfs Greet de Vries wenst nooit meer terug te komen.
Nee, nogmaals. Het moet een keer anders.
En rap…
Prof Oomens geeft les in de Department of Social Sciences. Ze geeft les in Law niet in Sociology.
Dank kind, dat je je vader netjes de les leest…
Wat mij elke keer weer verbaast is dat ‘oma Karla’ de káns krijgt om politieke uitspraken te doen en haar wensenlijstjes de wereld in te sturen. Laten we wel zijn, ze is benoemd, niet gekozen. Ze bezit dus geen enkele democratische legitimatie om te doen wat ze doet. En degenen die haar tot de orde zouden moeten roepen zijn natuurlijk in eerste instantie haar werkcollegae, de gedeputeerden, en als tweede, de controlerende macht de Staten van Zeeland. Ik bedoel: er zijn zat commissarissen geweest (de laatste was Wim van Gelder) die niks mochten en geen enkele politieke portefeuille mochten bestieren. Ze werden om het minste geringste op de vingers getikt. En terecht. Dat zou nu ook moeten, zeker met een dominante mevrouw als KP. Dat het niet gebeurt wijst alleen maar op de enorme slapte en onverschilligheid van de gedeputeerden en de andere statenleden. Mevrouw Peijs wordt niet gecorrigeerd. Slappe hap, slecht voor Zeeland!
Ik heb het niet alleen over mijn vriendin Karla Cees. De “remmers”zitten overal en schijnen schier uitroeibaar te zijn…
Fossielen? Ik hou meer van de vergelijking met de dinosaurissen.
Onbegrijpelijk grote dieren konden zich heel lang handhaven, maar verdwenen doordat ze zich niet snel genoeg konden aanpassen aan de snelle klimaatsverandering omdat ze met minder voedsel en comfort geen genoegen konden nemen.
Blijkbaar verandert de wereld nog niet snel genoeg om ze kwijt te raken.
Zowel het blog van van Gremberghe als de reacties onderschrijf ik. Een open geest is niet leeftijdgebonden. Pluche-kleven, een bestuurderscultuur, het regenteske komt voort uit hoe macht gehanteerd wordt. Hoe macht verdeeld is en blijft. Dat betekent beperking en vernauwing van mogelijkheden. Slechts wat deze bestuurders kunnen bedenken en reguleren krijgt een kans. Het gevolg is passiviteit en gevoelens van machteloosheid. Het effect op de jeugd, de jongeren, de mensen die wel vooruit willen. Het verbaast me dat er nog mensen vooruit willen, karren trekken in een omgeving die vaak ontmoedigt, belemmert en afkeurt.
Misschien daarom het vertrekken van de jeugd. Wil je je vleugels kunnen spreiden moet je wel Zeeland uitvliegen of bereid zijn een bijna persoonlijke strijd te leveren om je vleugels te spreiden. Ik zie veel mensen die vleugellam zijn, gekortwiekt en passief afwachten zonder besef dat het ook hun Zeeland is.
Dertig jaar geleden werd dit fenomeen door Freire het ‘magische bewustzijn’ genoemd, de mens vervreemd van zijn capaciteiten en mogelijkheden voor invloed. In Zuid Amerika betekende alfabetisering terugdringen van de onderdrukking door grootgrondbezitters. In Zuid Limburg gold 50 jaar geleden het motto “Hou jij ze dom, hou jij ze braaf, dan hou ik ze arm”.
Nu hebben we Sociale Media. Razendsnel delen we informatie en hebben we antwoorden voor iedereen die vragen heeft. Sociale Media zorgt dat mensen elkaar vinden en zich verbinden. Dit gaat sneller dan dino’s kunnen bestieren. De dino’s zijn ook de grote afwezigen in de Sociale Media. Voorlopig wanen ze zich nog veilig. Is hun reactie nog ontmoedigen, vertragen. Dit afhouden wakkert hoogstens de irritatie en het vuur aan van hen die verandering en ontwikkeling willen. Het besef van mogelijkheden voor verandering neemt toe. Het wordt misschien geen revolutie, maar dat er sociale veranderingen komen en bakens verzet worden, dat is zeker. Prima, toch?
Goed stuk, Gerda!
Cees
Dank je wel, Cees. Als nieuwe Zeeuw is het pijnlijk om te zien hoeveel kansen hier voor mensen verloren gaan. Hoe sommigen Zeeuwen niet opgeven en tegen de verdrukking in zich voor 200% moeten geven, terwijl samen werken aan perspectief voor iedereen het doel sneller binnen bereik haalt.
Dezer dagen werd door een nieuwe Zeeuw, gelukkig ook binnen de cirkel van invloed op een essentiële positie, de vergelijking gemaakt met een incestueus gezin. Ik kan haar alleen maar gelijk geven.
Voordeel van het weggaan en terugkeren van Zeeuwen is, dat ze buiten de bestaande kaders leren denken. Ook het werven van nieuwe onafhankelijke inwoners brengt nieuwe input. Dat er verandering komt is zeker, kwestie van gestaag door gaan.