Gemeenten in Zeeland vinden dat ze te veel moeten bijdragen aan de regionalisering van de Zeeuwse brandweerkorpsen. Een aantal wil de begroting van de Veiligheidsregio Zeeland daarom ook niet goedkeuren. Goes, Middelburg en Vlissingen hebben kenbaar gemaakt dit niet te zullen doen. Vorige week schaarde de raad van Hulst zich in meerderheid achter een afwijzing omdat de begroting gaten kende met een omvang waar een Boeing 747 met gemak door zou kunnen rauschen. En dat komt er nog bij dat Terneuzen en Borsele vinden dat ze teveel moeten betalen, omdat de Westerscheldetunnel op hun grondgebied ligt. Na eerst jaren gevochten te hebben met het Rijk om een vergoeding voor de veiligheidslasten hebben de twee gemeenten het nog niet aangedurfd om de nieuwe eigenaar van de tunnel – de provincie Zeeland – voor het blok te zetten. Terwijl veel raadsleden het vertikken om voorlopig geld uit te trekken voor de Veiligheidsregio; het is in hun ogen een spons die alleen maar opzuigt (geld welteverstaan) zegt burgemeester Jan Lonink (PvdA) van Terneuzen en voorzitter van de Veiligheidsregio Zeeland in Binnenlands Bestuur “dat de Zeeuwen zich geen zorgen te maken over de brandweerinzet”. Nee, maar dat deden ze ook niet voordat er sprake was van een Veiligheidsregio, omdat in vrijwel elke plaats de vrijwillige brandweer al decennia lang prima werk verrichtte.
Nog niet zo lang geleden was Zeeland ook helemaal niet zo’n gevaarlijke provincie. Ja, er gebeurde wel eens wat op de Schelde, maar dat konden de mannen van voorheen Muller Union en Multraship wel aan. En natuurlijk er was wel eens een brandje op de fabrieken, maar ook dat resulteerde nooit in een ramp of wat daar in de beurt van kwam. En de woningbrand, het zware ongeluk of een lekkende wagon, dat klaarden de vrijwilligers wel, soms met gevaar voor eigen leven, maar toch.
Maar nee, randstedelijke rampendeskundigen en rekenmeesters wisten plotsklaps dat Zeeland het tweede risicogebied van Nederland was met de chemische industrie, de waterwegen en de kerncentrales. En alles moest anders. Centraal in een hand, van deskundigen, van pro’s. Dus, weet Lonink: “Op 1 januari gaat de brandweer, en dus ook de begrotingen van gemeenten, over naar de veiligheidsregio. Met 13 brandweerkorpsen is dat een hele klus. Alle brandweercomponenten komen uit de individuele begrotingen. De lasten per inwoner verschillen per gemeente. Met gemiddeld 78 euro is die best hoog.’ Mooi en een maand later. In februari heeft het bestuur van de Veiligheidsregio een conceptbegroting vastgesteld, waarop de gemeenten hun zienswijzen indienen. Op de bestuursvergadering van 13 april moet het eindstandpunt worden bepaald. ‘Gemeenteraden stellen allerlei voorwaarden aan de verdeelsleutel. De spanning tussen het regionale bestuur van de Veiligheidsregio en de lokale financiering is gecompliceerd.’
De Wet op de Veiligheidsregio spreekt van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor crisisbeheersing. ‘Het merendeel van de financiering is lokaal, een klein deel landelijk. Als burgemeesters vertegenwoordigen wij onze gemeente, maar we zijn ook bestuurslid van de Veiligheidsregio. Dat levert democratisch gezien spanning op.’ Welke pet voorrang krijgt, hangt volgens Lonink van de gezagspositie van de burgemeester af. ‘In gemeenschappelijke regelingen zijn altijd spanningen, maar die worden extra pregnant in tijden van bezuinigingen. We zijn het eens over het totaalbedrag voor de begroting, maar de verdeelsystematiek is een ander verhaal.’
Een aantal gemeenten willen zelf betalen als het risico lokaal van aard is. De regionale risico’s zouden uit een pot moeten komen. Lonink maakt nu een voorstel voor de verdeelsystematiek en wil daar de begroting aan koppelen. ‘Maar niet aan die van 2012. Sommige gemeenten willen dat wel koppelen. Dan zouden we de begrotingen meteen moeten overhevelen, maar dat zorgt weer voor incidentele kosten.’
Het personeelsbestand van de brandweer in Zeeland bestaat uit 230 beroepskrachten en 1200 vrijwilligers. Adviescentrum Cebeon berekende dat de meerkosten voor de regionalisering neerkomen op 8 euro per inwoner, vertelt Lonink. ‘De meeste gemeenten dachten dat de regionalisering juist geld zou opleveren, maar in het begin gaat het geld kosten. Nu moeten we incidentele kosten bijbetalen, maar in 2015 kunnen we 15 procent besparen met een bezuiniging op de taakstelling.’
Toch staat dit los van de verdeelsystematiek. Lonink vertelt dat de gemeenten kunnen kiezen uit drie modellen. ‘Of de financiering loopt via de openbare orde en veiligheidscomponent in het Gemeentefonds. Daar zit ook een sociale veiligheidscomponent in. Of de verdeling is per inwoner, of op basis van de huidige budgetten. Het lijkt erop dat de meeste gemeenten zullen kiezen voor de eerste optie, al zullen dan ook gemeenten worden benadeeld.’
Het klinkt allemaal plausibel, maar de raadsleden in de diverse gemeenten snappen niet hoe een voorgestelde concentratie van dienst uiteindelijk 8 euro per inwoner meer moet gaan kosten, terwijl de heren bestuurders in de Veiligheidsregio uiteindelijk denken alsnog een besparing te kunnen realiseren van 15/16 procent. Dat gelooft men gewoonweg niet.
En na al het gestoei van de voorbije jaren binnen de veiligheidsregio in oprichting valt dat best te begrijpen.