In de bijdrage Jammer voor West-Zeeuws-Vlaanderen maakte ik gewag van slechte recensies van mensen die vakantievierden op de nieuwe vakantieparken in Zeeuws-Vlaanderen. Er zullen er vast de komende weken nog meer volgen en dat is – zoals ik zei – jammer voor West-Zeeuws-Vlaanderen. Ik hoop echt van harte dat de nu in Cadzand en omstreken actieve Compagnie Het Zoute van graaf Lippens niet alleen steen en cement achterlaat in Cadzand, maar ook het bourgondisch ondernemen introduceert, een attitude, een houding waarbij de gast voorop staat, de klant koning is. En waarbij klachten op een redelijke wijze worden afgehandeld, want daar ontbreekt het – vooral bij de Roompot – nog steeds aan.
Sterker nog, overal waar De Roompot parken heeft overgenomen, herstructureringen overweegt of uitvoert, hebben gasten of klanten of hoe je ze ook wilt noemen last van wat ik voorzichtig wil omschrijven als ‘de juridische terreur’ van Van Koeveringe en Van Koeveringe (eigenaar en advocaat).
U wilt voorbeelden, ze zijn er. Bekijk het item van Hendrik de Maayer en Diana Prenen op Omroep Max
Zestien containers achter je caravan en je mag er niets van zeggen en als je dan naar een omroep of andere medium stapt, dat wordt niet gewaardeerd. Dat is jammer voor Zeeuws-Vlaanderen, maar ook voor een organisatie als de Roompot, wat dit soort publiciteit is verre van goed voor het imago.
Een ander recent geval: Een meneer koopt in 2006 een vakantiewoning in badresidentie Le Rivage in Nieuwvliet-Bad, naast camping De Pannenschuur een Roompotonderdeel. Na aankoop van zijn woning ontvangt de man facturen en aanmaningen vn de Roompotorganisatie om parkkosten te betalen. Hij doet dat niet, omdat het park waar zijn woning in staat niet ressorteert onder de Roompotorganisatie.
De Roompot blijft de man bestoken met aanmaningen en spant eind 2010 een rechtszaak tegen de woningbezitter aan. Op 17 mei doet de rechter uitspraak en stelt de man in het gelijk. Hij betaalt niet en hoeft van de rechter ook niet te betalen, omdat de Roompot geen recht van spreken heeft. Zo denkt de man, dossier gesloten, maar nee hoor.
Eind 2011 ontvang de man een aangetekende brief, ondertekend door H.J. van Koeveringe CEO, waarin opnieuw de afgewezen vordering aan de orde komt. Het is de merkwaardigste brief die hij ooit ontving en niet alleen vanwege het sommerende toontje.”H.J. van Koeveringe CEO schrijft de uitspraak van de rechter te respecteren om zich daar in de rest van de brief niets van aan te trekken. Ook zijn opmerking dat de rechter een onjuiste uitspraak heeft gedaan is eh… origineel. In maart van dit jaar brengt Roompot opnieuw een dagvaarding uit over de parkkosten vanaf 2007.”
De juridische perikelen houden niet op:
Uit de conclusie van antwoord van betrokkenen:
“Toen ik overwoog mijn huidige vakantiewoning te kopen las ik de passage over het parkkostenbeding toekomend aan Zeekraal. Nader onderzoek leerde dat Zeekraal V.O.F reeds lang was ontbonden. Ik besloot tot koop over te gaan en af te wachten of zich een eventuele rechtsopvolger zou melden en die partij te vragen het bestaan van een rechtsgrond aan te tonen en een verantwoording van de kosten te geven.
De brief van Panis (eiser productie 3) suggereert een overdracht van het parkkostenbeding aan Pannenschuur maar bewijst die natuurlijk geenszins. Het adagium luidt: show it, don’t tell. Ook is er geen enkel bewijs dat die brief ooit naar de eigenaar, van wie ik de woning kocht, is verstuurd. In de overvloedig gedocumenteerde administratie die ik bij de overdracht mocht ontvangen, is deze brief niet aangetroffen.
Er bestaat geen akte van levering tussen Zeekraal en Pannenschuur. Een kettingbeding geldt in beginsel voor de eeuwigheid. Dat impliceert dat aan de kenbaarheid van zo’n beding voor een aspirant koper eisen mogen worden gesteld. Zo’n beding kan niet worden overgedragen via onderhands gesjoemel. Dat zou nieuwe eigenaren voor onredelijke verrassingen kunnen plaatsen. Het is dus zeer kwestieus of er ooit een rechtsgeldige overdracht van het parkkostenbeding aan Pannenschuur heeft plaatsgevonden.
Er bestaat wel een akte van levering tussen Pannenschuur en Roompot. Die akte van levering vormt de grondslag voor de bevoegdheid van Roompot om namens Pannenschuur op te treden. Dat recht wordt door mij niet betwist. Relevant is de vraag wat Pannenschuur aan Roompot heeft overgedragen. Het is opvallend dat eiser in de vorige rechtszaak niet alleen de akte van levering heeft bijgesloten maar ook alle bijlagen. Dit keer ontbreken de bijlagen. Dat is geen toeval. De bijlagen geven een zeer gedetailleerd beeld van wat er aan Roompot is overgedragen en dus ook niet is inbegrepen. Mijn woning komt in die bijlagen niet voor laat staan een parkkostenbeding en evenmin een verhuurbeding waarover later meer. Willens en wetens heeft er dus geen overdracht plaatsgevonden van het parkkostenbeding aan Roompot. Het stellen van de eis dat een parkkostenbeding expliciet wordt overgedragen is redelijk en billijk omdat de Hoge Raad heeft onderkend dat er een onderscheid kan zijn tussen eigendom van een pand of van infrastructuur en het eigendom van een dergelijk beding. HR 13 juli C06/035HR en C06/061HR.
Eiser komt aanzetten met een verwijzing naar jurisprudentie met de strekking dat het al dan niet (meer) lid zijn van een vereniging van eigenaren geen invloed zou mogen hebben op de werking van een parkkostenbeding. Bij mijn woning is er geen sprake van een collectief eigendom. De woning is particulier eigendom evenals de grond waarop de woning staat. De door eiser aangehaalde jurisprudentie is onvergelijkbaar en daarmee irrelevant.
De moeite die een nieuwe eigenaar van een vakantiewoning op badresidentie Le Rivage moet doen om van Roompot bewijsstukken te ontvangen over de geldigheid van het parkkostenbeding is verklaarbaar. De claim van Roompot heeft geen rechtsgeldige titel maar is gebaseerd op bluf. Het feit dat H.J. van Koeveringe CEO drie besloten vennootschappen als eiser opvoert, geeft aan dat hijzelf ook geen idee heeft bij wie het parkkostenbeding zou berusten. De partij die geacht wordt te betalen op grond van een dergelijk beding zou ten minste moge weten wie zijn wederpartij is. Volgens het organogram dat hij “ter verduidelijking” bij de vorige rechtszaak had bijgesloten (toen productie 6) bestaat de Roompotgroep uit meer dan vijftig besloten vennootschappen. Te midden daarvan komt de naam Pannenschuur Beheer niet voor. Wat Hans Kazan kan met konijnen, kan H.J. van Koeveringe CEO met besloten vennootschappen.
Conclusie: Roompot is nooit rechtsgeldig eigenaar van het parkkostenbeding geworden en als Pannenschuur het ooit wel is geweest, quod non, dan heeft zij het niet overgedragen aan Roompot.
Verweer tegen de vordering voor ongerechtvaardigde verrijking
Deze subsidiaire vordering zou ik als een gotspe willen typeren. Als eiser geen recht heeft op het parkkostenbeding wil eiser desondanks gewoon het bedrag ontvangen. Geen recht, niks doen maar wel cashen. Is dat de manier waarop H.J. van Koeveringe CEO zijn plek in de Quote 500 heeft veroverd?
Verweer tegen de dwangsom in zake het verhuurbeding
In de dagvaarding komt eiser tegenover mij voor het eerst met het verhuurbeding op de proppen. Eiser neemt zichzelf kennelijk niet serieus. Eiser kent in tegenstelling tot gedaagde rechtskracht toe aan de brief van Panis. Waarom staat in die brief dan niets over het van kracht zijn van het verhuurbeding? Ook in de akte van levering tussen Pannenschuur en Roompot, evenmin als in de bijlagen van die akte, wordt melding gemaakt van een verhuurbeding in relatie tot mijn woning. Voor het verhuurbeding geldt dezelfde redenering als bij het parkkostenbeding. De claim is gebaseerd op bluf.
Sinds het bestaan van badresidentie Le Rivage midden jaren negentig is het verhuurbeding nimmer door enige partij gehandhaafd. Op grond van praktische ontwikkelingen heeft er al lang rechtsverwerking plaatsgevonden.
De eis van de dwangsom in relatie tot het verhuurbeding, zou dat beding al van kracht zijn, berust op een onjuiste veronderstelling. Nooit heb ik overwogen om een zakelijke relatie met Roompot aan te gaan. De vertrouwensbreuk tussen Roompot en mij is groot en onherstelbaar. Omdat Roompot nooit via mij verhuurinkomsten tegemoet zou mogen zien is de schade illusoir. Roompot heeft van mij nimmer inkomsten mogen verwachten. Niet alleen wil ik mijzelf de contacten met Roompot besparen maar dat geldt evenzeer voor potentiële huurders. Roompot heeft een slechte reputatie. Redacties van consumentensites als Radar van de TROS en VARA’s Kassa komen capaciteit te kort om alle klachten over Roompot in behandeling te nemen. Het zou onredelijk zijn om een eigenaar te dwingen om met een dergelijke partij in zee te gaan.
Conclusie: de dwangsom dient te worden afgewezen.”
Of het laatste het geval zal zijn moet worden afgewacht.
Punt is wel dat deze zaak niet op zich staat en de Roompot continue mensen dwingt over via de rechter hun gelijk te halen. Wie dat niet doet valt zondermeer ten prooi aan de nukken van de Roompot, wie het wel doet, is tijd en geld kwijt aan juridische steekspelen die een beetje vakantiegevoel aardig in de weg kunnen zitten.
En ook dat is jammer voor West-Zeeuws-Vlaanderen.
En voor tal van andere plaatsen waar de Roompot actief is.
De 63-jarige oud-onderwijzer Henk van Koeveringe wordt geroemd om het feit dat hij in een kwarteeuw tijd een miljoenenconcern heeft weten opbouwen vanuit een campinkje op Noord-Beveland. Hij maakt zijn opwachting op ondernemersborrels en netwerkbijeenkomst van Leeuwarden tot Terneuzen om daar te verhalen van zijn successen, dat mag en dat gun ik ‘m ook, maar Van Koeveringe is niet meer de recreatieondernemer van toen, die de gasten op zijn camping onthaalde en voor hen zorgde, hij is verworden tot een projectontwikkelaar die huizen in de recreatiesector bouwt, parken ontwikkelt of opkoopt. Een moneymaker met een plekje in Quote magazines top zoveel.
Hij lijkt zijn roots te zijn vergeten….
Dhr. van Koeveringe geeft op dinsdag 18 september een lezing hoe je als ondernemer ondernemen moet, misschien leuk om bij te wonen dan !!