Op de Oesterpartij te Middelburg stond-ie deze week in een hoekje, een beetje achteraf. Geheel in liberaal blauw verpakt – het was er de dag na – en versiert met zo’n lelijke oranje-wit-blauwe plastron van polyester. Ik moest even goed kijken, maar ja, het was ‘m. Henk. Henk de Vlaming, de Zeeuwse lobbyist in levende lijve. Ik kon het echt niet laten om ‘m even aan te spreken.
En natuurlijk niet met de bedoeling om ‘m een beetje te treiteren. Dat had ik eerder, in vorige blogs, al gedaan. Rotvent, zo’n man pesten met het feit dat-ie in Den Haag na weken de weg nog niet gevonden, dat hij niets van zich heeft laten horen, dat de Zeeuwse lobbyist wel in erge stilte plaatsvindt en meer van zulks. Bah Grem, dat doe je niet.
Vooruit in gesprek met de Zeeuwse spreekbuis in oorden waar Zeeland niets te vertellen heeft. trek je das recht en gedraag je. Koetjes en kalfjes, beetje over de hapjes, een beetje over Rutte en zo en dan over zijn werk, zijn belangrijke werk, zijn missie…
Ja, volgens de geijkte methode, koetje, kalfje, Rutte, hahaha en vervolgens Hoe gaat het met het lobbywerk? “Nou goed”, zei-ie, ” drukke periode achter de rug, veel gedaan voor Zeeland”. “Oh ja, ja, dat geld voor de redding van de vlasteelt zeker, heb je daar een belangrijke rol in kunnen spelen? Zo, dat is niet mis. Wist ik niet…enne..die marinierskazerne ben je zeker ook bij betrokken geweest?”
“Jaja, daar heb ik toch wel veel tijd in gestoken, ja, maar met positieve gevolgen. Prima zaak voor Zeeland.”
Ik kijk ‘m aan en zie ogen wegdraaien. De waarheid snelt uit het blikveld. Ik geloof ‘m amper. Eigenlijk helmaal niet. Ik geloof niet dat deze man ooit tegenover Hans Hillen heeft gezeten om te pleiten voor de komst van de kazerne naar Zeeland. Hij heeft er hooguit bij kunnen zitten, als Karla Peijs bijvoorbeeld in het Haagje was, maar deze man zelf onderhandelen, neeuuh nooit. En ook niet met vriend Blekert over het vlasgeld. Ammenooitnie. Nee, hij heeft een bedrijfsbezoek aan VanderBilt zaden geregeld, een club bestuurders begeleid, maar verders, neeuuh.
Maar hij praat door. Zeker als ik ‘m zeg dat we – het gewone volk – zo weinig van ‘m vernemen, van al zijn inspanningen. Nou, er wordt ontzettend veel voor Zeeland gedaan, in Den Haag, in Brussel. En we doen dat liever in stilte, zegt-ie. Maar af en toe vertel ik Jeffrey (de PZC-man in Den Haag) wel eens wat. Nou weet ik dat Jeffrey graag en veel publiceert en dat als ‘m iets verteld wordt dat onmiddellijk de weg naar de kolommen vindt, maar in het geval van de Zeeuwse lobbyist heeft ook Jeffrey weinig gebrouwen.
Nee, hij doet zijn werk prima en dat vinden zij – de Zeeuwse bestuurders – ook, zegt-ie. Het project, hij ziet zichzelf als een project, is geëvalueerd en wordt na twee jaar nog eens voor zo’n periode verlengd, zegt-ie…
En dan…uh..wie bent U?
Ik ben Van Gremberghe, de man die grote vraagtekens plaatste bij Uw functioneren en daarover op het internet geschreven hebt.
O ja…en klaar is het gesprek.
De lobbyist gaat aan de oester.
’s Avonds laat thuis, zie ik dat er op deze site druk gezocht is naar de naam Henk de Vlaming, het begrip lobbyist en meer.
Me dunkt dat de redder der Zeeuwsche vlasteelt een volgend keer sneller bij het oesterkraam zal staan, nog meer in de luwte, nog verder achteraf…