Het reactorvat van de kerncentrale in Borssele is veilig en voldoet aan alle geldende veiligheidseisen. Dat stelt de Kernfysische Dienst (KFD), schrijft minister van Economische Zaken Maxime Verhagen (CDA) dinsdag aan de Tweede Kamer. Het Nederlands Dagblad meldt dit netjes. Borssele is veilig. Natuurlijk gelooft iedereen dat, zeker als Maxime Verhagen dat nog eens nadrukkelijk bevestigd.
Dinsdag bleek uit een stresstest van alle Europese kerncentrales die de Europese Commissie liet uitvoeren nog dat de kerncentrale in Borssele niet met vlag en wimpel is geslaagd. Er zijn opmerkingen over de beveiliging tegen overstromingen, aardbevingen en neerstortende vliegtuigen, meldde BNR Nieuwsradio, die al beschikt over de conclusies van de test.
Volgens het ministerie blijkt uit de stresstest dat Borssele aan alle internationale veiligheidseisen voldoet.
Dat wordt dan verder in het krantenbericht gemeld en dan denk ik, kijk er klopt iets niet. Borssele is veilig, maar niet veilig genoeg om alle veiligheid te kunnen garanderen.
Het is stoeien met woorden in een tijd dat kernenergie verre van populair is. Hoe kan het zo verkeren. Een tsunami en een meltdown is genoeg om de kijk op nucleaire energie te keren, volstrekt te veranderen. Nog geen jaar geleden ijverde diezelfde Maxime met veel energie voor een nieuwe Nederlandse kernreactor en ziedaar bij de laatste verkiezingen zei het CDA van Buma kernenergie niet meer nodig te hebben.
Kernenergie en veiligheid, die discussie bestaat al sinds de Experimental Breeder Reactor I in 1951 de eerste vier peertje met nucleair kracht aan het branden kreeg in de woestijn van Idaho net ver van het plaatsje Arco. Datzelfde Arco was vier jaar later de eerste plaats op de wereld die zijn electriciteit via kernenergie opgewekt kreeg, maar lang duurde dat feest niet, want nog datzelfde jaar werd de reactor geconfronteerd met een gedeeltelijke meltdown. Een incident waarbij twee technici het leven lei eten, maar waarin de nucleaire geschiedenis amper nog bij stilgestaan wordt. De eerste reactor was gevaarlijk, de laatsten zijn dat ook.
En dan mag het geleuter over veiligheidseisen wat overdreven zijn, bescherming van Borssele tegen aardbevingen, nou ja, overstromingen die eens in de vierduizend jaar kunnen voorkomen, a la, neerstortende vliegtuigen, mwaohh…Nee, de beveiliging moet mi gericht zijn op het voorkomen van menselijk falen. De laatste discussie over de veiligheid van kerncentrales in Europa werd aangewakkerd door de haarscheuren in een reactorvat in Doel en Tihange, niet door die Japanse ramp, door gebrekkig werk van metaalbewerkers. En dat – en dat het maar wat weggewuifd wordt – dat vind ik nog altijd beangstigend.
Er is ‘de waarheid’ en is de ‘politieke waarheid’, een belofte en een ‘politieke belofte’. Zo is er dus ook ‘veilig’ en ‘politiek veilig’.
Deze zaken moet je dus niet verwarren.
En er is tegenwoordig ook nog een ‘media waarheid’.
Zo ontstaat dus in Nederland heel rap een woestijn vanwege het zand dat met grote hoeveelheden in ieders ogen wordt gestrooid.
Die Limburgse Vlaai kan wel roepen dat dat ding veilig is, maar hij moet daar in Limland niet verhuizen naar Verweggistan als er iets faliekant mis gaat daar in Borssele. Wij hier wel. Het grootste deel van Zeeland ligt binnen de gevarenzone. En een gladde politicus zoals deze hoort over technische zaken geen uitspraken te doen. Dat moeten onafhankelijke, hoog opgeleide techneuten zijn, die daar verstand van hebben.
En verder wil ik even zeggen dat niet de metaalbewerkers debet zouden zijn aan fouten in het vat, maar de metallurgen die toen de samenstelling van het metaal hebben ontworpen. Een metaalbewerker geeft er alleen maar de vorm aan volgens een plan.