“Nederlandse universiteiten presteren wereldwijd bijzonder goed, terwijl instituten in andere Westerse landen juist minder presteren. Dat blijkt uit de prestigieuze Times Higher Education World University Ranking, een ranglijst voor universiteiten.” Dit kopte de Volkskrant deze week in een verder bijna lyrisch artikel over het universitair onderwijs in Nederland. Wie echter de Times Ranking erbij pakt zal zien dat de inleidende bewering al niet correct is.
Bij de eerste 25 topuniversiteit zitten maar liefst 19 Amerikaanse, vier Britse, een Zwitsers en een Canadese onderwijsinstelling. De universiteit van het Belgische Leuevn staat op 58 en op 64 dient zich pas Leiden aan. utrecht volgt op 67, Wageningen 70, Rotterdam Erasmus op 72, Amsterdam op 83, Groningen op 79, Eindhoven 114, Nijmegen 127, VU Amsterdam 140, Twente 187 en Tilburg op 201. Maastricht is als nieuw instituut apart gerangschikt op 19 bij universiteiten die kort bestaan.
Al met al een lijst op een beetje trots op te zijn, maar niet meer dan dat. Net Nederlands (hoger) onderwijs verliest jaar na jaar terrein op instituten uit opkomende naties en dat lijkt vooreerst nog niet te zijn gekeerd. Het heeft ook alles te maken met wat er elders in het Nederlands onderwijs gebeurt. In het basisonderwijs presteren de Nederlandse kinderen nog -in internationale context bezien – bovengemiddeld, maar de inpectie signaleert een dalende trend in kennis en kunde. Waren tot voor kort taal en rekenen probleemvakken, daarin lijkt nu het tij ietwat gekeerd, maar de algemene kennis blijft achter en dit laat zich ook zijn bij 15-jarigen in het voortgezet onderwijs die als groep minder presteren dan leeftijdgenoten van een halve generatie terug.
Komt nog bij dat Nederland op de lijst met uitvallers van academisch onderwijs gedaald is van plek negen naar 11. Minder studenten dan voorheen halen de eindstreep,
Is daarmee gezegd dat het Nederlands onderwijs slecht is. Nee, absoluut niet, maar een echte reputatie hebben onze belangrijkste onedrwijsinstituten ook niet meer. Onderzoeksfraude als dat van hoogleraar Stapel in Tilburg belasten ons stelsel als geheel en ook de toestanden in het hoger onderwijs – met dank aan lieden als de bakker van Domburg – hebben ons stelsel geen goed gedaan. Het is dan ook niet zo vreemd dat op de Times Top 50 lijst met instellingen met faam, met reputatie geen enkele Nederlandse universiteit voorkomt en dat was ooit wel anders.
De VVD wil dat Nederland tot de top 5 van de kenniseconomieën in de wereld gaat behoren. Daarvoor is goed Hoger Onderwijs een belangrijke voorwaarde, schrijft de partij in het laatste verkiezingsprogramma. Meer variatie in de opleidingen, zodat er wat te kiezen valt voor studenten. De VVD pleit ook voor een betere samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Daarin maken we een aantal duidelijke keuzes, zie hieronder. Verder moet de lat omhoog; meer contacturen, een zwaardere studielast; de student moet weer uitgedaagd worden.
Deze club moet nu samen met de PvdA (de club van de bakker van Domburg) het onderwijs gaan herijken. Ik vrees met grote vreze dat hen dat niet gaat lukken. Onderwijs is een dure overheidstaak en – gelet op de crisis – reken ik er op dat in plaats van meer er minder naar onderwijs zal gaan en stijgende budgetkosten direct verrekend worden op de gebruiker, de student, de burger. Deels is dat wellicht terecht, omdat ons universitair onderwijs hedentendage bevolkt wordt door heel veel jonge mensen van over de grenzen. Tien procent van onze studenten is uit het buitenland afkomstig en betalen slechts een deel van hun eigen studie. Een probleem dat zich overigens ook in Vlaanderen voordoet en waar men er nu aan begint te denken om Nederlandse studenten aan Vlaamse instellingen meer voor hun studie te gaan laten betalen. Het zal er wel van komen.