De meeste bestuurders en politici begrijpen weinig van social media. Met die stelling is 69 procent van de Nederlanders het eens. Dat blijkt uit een peiling door Maurice de Hond naar aanleiding van de rellen in Haren.
Nou is dat een peiling en niet meer dan dat.
En dat een groot deel van deze geënqueteerde Nederlanders van mening is dat bestuurders weinig weet hebben van sociale media hoeft helemaal geen waarheid te zijn. Ik kom de laatste tijd -ook beroepshalve – regelmatig bestuurders en politici tegen die wel degelijk kennis dragen over de nieuwe media, de kracht en de effecten ervan en nog meer politici en bestuurders die er meer van willen weten.
Wat ik ook ervaar is dat het niet de bestuurders zijn die redelijk afhoudend zijn om kennis op dit vlak te vergaren, maar hun adviseurs en ondersteuners. Nog niet zo lang geleden nodigde mevrouw Karla Peijs, commissaris van de koningin te Zeeland ons uit om uitvoerig met ons van gedachten te wisselen over de ins en outs van nieuwe mediakanalen, de toepasbaarheid ervan, de controle erover en methodieken om sociale mediakanalen te monitoren, om er vervolgens ook adequaat mee om te kunnen gaan.
De Commissaris was bovendien genegen om met een aantal proefprojectjes te mogelijkheden en onmogelijkheden van sociale mediatoepassingen uit te proberen, alleen had zij – voor dat gesprek – ook enkele communicatiemedewerkers van de provinciale griffie laten uitrukken en dat bleek niet zo verstandig.
Gaandeweg het gesprek bleek uit de lichaamstaal van beide leiden op te maken dat mevrouw Peijs mocht willen wat zij wou, maar dat zij NOOIT, maar dan ook nooit aan die projecten zouden meewerken.
De afspraak aan de eind van het gesprek dat er contact over de voortgang zou worden gelegd werd dan ook nimmer nagekomen.
De bestuurder wou wel, de ambtenaren niet.
Het gebeurt ook anders, namelijk dat bestuurders vinden dat ambtenaren maar beter geen online activiteiten moeten ontplooien. Het volgen van politici uit eigen beweging volgen via Twitter werd natuurlijk toegestaan, maar ambtshalve communiceren, nee, dat moet maar niet.
Door de terughoudendheid onder bestuurders en politici ontberen ambtenaren vervolgens een prikkel om de diverse online sociale netwerken (optimaal) te gebruiken en dat is buitengewoon jammer.
Vaststaat dat nieuwe media in onze sterk veranderende samenleving een ware revolutie in communicatie aan het veroorzaken zijn. Deze ontwikkeling negeren is zeker voor overheden en instituties gewoonweg dom en onprofessioneel.
Overheden en instellingen die worstelen met het al dan niet inzetten van sociale mediakanalen, meer willen weten over het hoe en wat, mogen zich melden.