Het burgemeesterschap staat onder druk. Om politiek-bestuurlijke redenen, omdat het ambt van een benoemde functionaris binnen een gekozen bestel – zeker na invoering van het dualisme – een zekere mate van devaluatie heeft moeten ondergaan. Een burgemeester is voorzitter van het college van b en W, voorzitter van de raad, maar met beperkte politieke bevoegdheden en dat maakt het functioneren van deze vertegenwoordiger van het Koningshuis in een gemeente niet altijd even makkelijk. Maar de meeste burgemeesters weten zich, ondanks hun nadelige positie, toch redelijk een weg binnen het bestuurlijke bestel der gemeenten.
Maar over die aspecten van het burgemeesterschap wil ik nu geen boom opezetten, dat kan later nog wel eens. Nee, nu gaat het mij meer om het recentelijk onderzochte aspect van agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers en in dit geval specifiek de burgemeesters. In opdracht van minister Plasterk werd zeer recent een onderzoek uitgevoerd naar agressie en gewelddadige uitingen, dan wel bedreigingen van burgemeesters. In 2010 had 5 op de tien burgemeesters te maken met agressie of geweld. Vorig jaar steeg dat percentage naar 60 procent, of simpeler 6 op 10. En het tij lijkt niet te keren. Erger is, en dat bleek ook uit dat onderzoek, dat een op de vijf burgemeester aan heeft gegeven zich in en bij besluitvorming te laten beïnvloeden door bedreigingen of intimidatie.
Dat betekent dus feitelijk dat 20 procent van de burgemeesters niet naar behoren functioneert. Dat een op de vijf burgervaders (en die paar moeders) het oor laat hangen naar figuren die zich bedienen van intimidatie. Dat is dus inmiddels in Nederland lonend geworden. Krijgt u uw zin niet in een gemeente, dan ga je de burgemeester maar wat lastig vallen, wat dreigementjes uitvoeren en er is dus – afgaand van het gepresenteerde percentage – een gerede kans dat u alsnog uw zin krijgt. Ik weet niet hoor, maar dit soort berichtgeving versterkt nu niet bepaald het wantrouwen in de (lokale) overheid.
En de manier waarop de Kamer denkt deze problematiek aan te willen pakken ook al niet. D66’er Gerard Schouw wil nu een motie indienen om bedreigde burgemeesters door het Rijk bekostigde beveiliging te bieden. Alsof daar iets mee opgelost wordt. Niet, me dunkt.
Ja goed, burgemeesters onder vuur moeten dan straks niet eerst bij de gemeenteraad gaan bedelen om wat geld uit te trekken om de beveiliging van de burgervader te bekostigen, dat doet het Rijk dan, na adequate melding. Maar daar heb je het probleem niet mee uit de wereld.
Plasterk is nog zotter. Die wil burgemeesters gaan trainen in het omgaan met agressie. Een karatecursus er wellicht bij inbegrepen.
Wat mij frappeert is dat volgens het onderzoek burgemeesters een zekere schroom hebben om bij hun raden aan te kloppen voor steun, omdat dat het feit van de bedreiging(en) publiekelijk bekend wordt. Ik zie niet in waarom niet bekend mag worden dat er klaarblijkelijk in dit land tal van onverlaten rondlopen die bestuurders bedreigen. Du moment dat we het hier hebben over een strafbaar feit mag dat dunkt mij gemeld worden bij de bevoegde instanties en dienen die – justitie en politie – er werk van te maken. Daar zijn ze toch voor.
En passant kunnen ze dan wellicht ook uitzoeken of besluiten die door burgemeesters zijn genomen onder dwang of druk wel als rechtsgeldig moeten worden beschouwd.
Eigenlijk leven we toch wel in een raad land.