Zeeland loopt bestuurlijk op zijn laatste benen als we minister Plasterk mogen geloven. Nou hoeft niemand die bewindsman echt te geloven, wat-ie wil moet-ie eerst nog maar eens zien waar te maken. Veel ernstiger is het feit dat Zeeland economisch zo goed als afgeschreven is of liever wordt door het laatste onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving. In dat onderzoek wordt Zeelands concurrentiepositie afgezet tegen die van andere Europese regio’s en dan komt Zeeland er wel erg bekaaid vanaf.
De bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt;
Het aandeel buitenlandse bedrijven in de verschillende sectoren ligt sterk onder het gemiddelde;
Zeeland heeft geen internationale (top)universiteit;
De hoeveelheid private R&D is relatief laag en het aantal patenten is
relatief gezien zeer beperkt;
De connectiviteit door de lucht ligt iets onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets boven het gemiddelde;
Het bruto regionaal product per inwoner ligt iets boven het gemiddelde;
De efficiëntie van het netwerk van de diverse sectoren is iets ondergemiddeld;
De concentratie van de hightech sector ligt onder het gemiddelde.
Per sector, van landbouw tot chemie, wordt deze litanie van tekortkomingen herhaald en nu zou je toch denken dat Zeeland juist zou proberen om die zwakke punten wat weg te werken, maar dat gebeurt te weinig, met een dubbele tunnel-en Tractaatweg is Zeeland er niet. Lang nog niet, maar ja, de provincie blijft zich fixeren op wat was en niet op wat komen kan. Bijgevolg constateren de rijksplanners dan ook dat:
De investeringsagenda voor Zeeland bestaat vooral uit het handhaven van de goede factoren en het inlopen of compenseren van het gat wat er is t.o.v. de belangrijkste concurrenten.
Me dunkt dat het eens tijd wordt om te gaan werken aan die zwakke factoren, zeker in deze tijd nu de regionale maakindustrie klap na klap krijgt. Het roer moet om.