Het is opvallend dat er zoveel nieuwe brandweerkazernes gebouwd worden in dit land. Van het hoge noorden tot het diepe zuiden, overal schieten ze uit de grond als paddestoelen. Niet zomaar van die rechthoekige bakken met een dak er op nee, hi-tech-gebouwen met fleurige kleuren. En het mag wat kosten, paar miljoen hier, een paar miljoen meer elders. Veiligheid staat voor alles en de brandweerkorpsen moeten goed voor de dag kunnen komen.
En tegelijkertijd worden er in hetzelfde prachtige land van ons kazernes -vooral in dorpen – gesloten omwille van bezuinigingsredenen, hebben korpsen meer dan moeite om voldoende vrijwilligers te werven en wordt binnen de kaders der veiligheidsregio’s de brandweerdiensten verder geprofessionaliseerd, waarbij ontzettend veel geld gestoken wordt in het optuigen van een organisatie die de veiligheid der burgers zou moeten garanderen, de veiligheidsregio.
De veiligheidsregio is in Nederland een gebied waarin wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en handhaving van de openbare orde en veiligheid. Daarvoor wordt een indeling aangehouden die overeenkomt met die van de politieregio’s; vandaar dat Nederland 25 veiligheidsregio’s kent. De samenwerking is gestoeld op de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) uit 2002. Zeeland is een veiligheidsregio.
De totstandkoming van de veiligheidsregio Zeeland was een proces van horten en stoten, vechten om geld en reputaties, een peperdure bezigheid, die nog eens verergerd werd door afkoopsommen voor scheidende professionals, zoals directeur Frans Captijn bijvoorbeeld. Over de precieze verdeling van de kosten onder de deelnemende gemeenten is tijdenlang geëmmerd en eigenlijk is dat gedoe nog niet ten einde, want sommige gemeenten bepalen meer aan de organisatie bij dan anderen en voor de komende jaren is een kostenstijging een absolute zekerheid. Hulst is nu per inwoner een acht euro’s kwijt aan de veiligheidszorg, in 2018 zal dat 15 euro per inwoner zijn. De raad van Hulst ging vorige week met forse tegenzin akkoord met die nu al vaststaande lastenverzwaring. “Omdat we er toch niet onderuit kunnen”, was het verhaal. Nou, voor dat geld krijg je als burger ook wat. Een splinternieuwe brandweerkazerne van vijf miljoen euro met een kantine voor veertig mensen die dagelijks bemenst wordt door zegge en schrijven een dienstdoende wachtcommandant. De rest van de professionals verkaste daags na het gereedkomen van het gebouw naar buurgemeente Terneuzen. Het zij zo.
En wordt de veiligheidszorg er met die peperdure veiligheidsregio er beter op.
Nee, niet echt.
Vrijwel elk korps slaagt er niet in de aanrijtijden bij calamiteiten terug te dringen tot onder de 8 minuten. Een norm die het ministerie van Opstelten nog steeds hanteert, die dateert uit 1966 en die feitelijk op geen enkele wetenschappelijke grondslag gebaseerd is.
Het gekissebis tussen ministerie en veiligheidsregio’s over de aanrijtijden zal voortduren, wees daar maar van overtuigd. Het gevolg is dat er -om aan de norm te kunnen voldoen – nog meer kazernes zullen worden gebouwd. Dat de organisatie van de veiligheidregio’s nog verder zal worden opgetuigd – ja, de burgemeesters hebben zo hun speeltje – en dat de burger er meer voor zal moeten betalen zonder dat de dienst, cq hulpverlening er op vooruit zal gaan.
Waarde heer Gremberghe,
de spijker op de kop.
Zie ook mijn vragen aan het College van Terneuzen die ik deze week heb gesteld.
Met vr.groet,
Charles ten Hengel.