Ik woonde hedenavond de vergadering van de gemeenteraad in mijn woonstede Hulst bij en dacht in eerste instantie te verhalen over de financiële positie van de vestingstad onder permanent beleg, maar heb daar maar van afgezien. Waarom? Simpelweg, omdat het oeverloze geleuter van de heren dames/bestuurders mij helemaal niet boeide en mij op den duur begon te irriteren als een bromvlieg op een zomerse dag in de woonkamer, als een jeukende muggebult, als vult u maar in.
Geneuzel mag je het niet noemen, maar het was het. Miljoenen buiten beschouwing laten en emmeren over een paar mille voor een feestje bij de opening van een brandweerkazerne. Een bak vol kritiek van de oppositie (deels op zich terecht) en een emmer vol gefleem van de coalitie. Jullie doen het slecht, wij doen het fantastisch of andersom. Op een paar financieel onderlegden na schatte ik in dat het gros der gekozenen de jaarrekening en voorjaarsnota niet eens hadden doorgespit. Is dat nodig? Ach, als bestuurd moet worden op hoofdlijnen is dat niet eens nodig, nee, als maar de grote lijnen duidelijk zijn, maar ook dat…
Ja, klonk er steeds, net als eerder deze week in Terneuzen, en vanavond ook in Borssele, Goes en Vlssingen: “Er komt veel op ons af….” De dooddoener van de dag. Voor mij was de zitting een treffend voorbeeld van het waarom mensen, gewone mensen, geen vertrouwen meer hebben in de politiek. Je ziet dat landelijk, je zit dat plaatselijk. Mensen zijn het geneuzel, het geëmmer zat. Ze willen in de politieke arena’s klare taal horen. Taal die ze verstaan, kunnen bevatten. dat hoeft per sé geen populistisch jargon te zijn, maar een eerlijk, duidelijk, standvastig verhaal. Goed verwoorde standpunten waar men aan vast durft te houden (en niet van die akkoorden waar telkens op wordt teruggekomen). Kijk, zo’n Wilders, ik ben er geen fan van en zijn standpunten zijn voor het leeuwendeel niet de mijne, maar mensen verstaan hem wel, begrijpen hem wel en hobbelen er dan ook (helaas) en masse achteraan.
En in de lokale politiek zie je zo vaak dat die klare taal gebezigd wordt door mensen waar amper naar geluisterd wordt. Simpelweg, omdat de raadszalen allang niet meer in trek zijn bij het gewone volk. Ik hoorde deze week in het robuuste Terneuzen een D66’er in zeer duidelijke taal (zelfs humoristisch bij tijd en wijle) waarschuwen tegen de gevolgen van een grootschalig winkelproject. De aanwezige raadsleden – het gros gevangen in de kaderdiscipline der coalitie – veinsde te luisteren, maar hoorde niets. De gewone mensen op de publieke tribune (zowat het voltallige Zeeuws-Vlaamse bibliothekenpersoneel, toch belezen mensen) zat erbij en keek ernaar, maar wilde alleen horen wat over de bieb zo worden gezegd. Dus wat de links-liberaal Ten Hengel ook zei, het was voor dovemansoren bestemd. (Maar gelukkig staat het voor hem op band, die waarschuwing). En zo gebeurt het zo vaak, de waarheid van de eenling, gaat verloren in het geleuter, het geëmmer, van de rest. Ja, democratie is soms niet te harden, maar is – naar het schijnt – nog altijd het beste bestuursalternatief. Bon, mag zo zijn, maar af en toe twijfel ik wel eens.
‘En zo gebeurt het zo vaak, de waarheid van de eenling, gaat verloren in het geleuter, het geëmmer, van de rest.’ Zo is dat!