De zaak Checkpoint komt opnieuw voor de rechter. De Hoge Raad bepaalde dat dinsdag. Het hoogste rechtsorgaan stelde dat het Gerechtshof in Den Haag ruim een jaar geleden het Openbaar Ministerie (OM) ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging van de eigenaar en medewerkers van coffeeshop Checkpoint in Terneuzen. Het OM ging vervolgens tegen die uitspraak in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens het oordeel van de Raad kan de rechter de vervolgingsbeslissing van het OM slechts in zeer beperkte mate toetsen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het OM door de rechter niet-ontvankelijk worden verklaard. Zo’n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer het OM bij de verdachte het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat van vervolging zal worden afgezien of als de vervolgingsbeslissing onverenigbaar is met het verbod van willekeur. Van zulke gevallen is hier geen sprake. Het hof Amsterdam moet de zaak nu gaan behandelen.
De zaak Checkpoint dateert al weer van ettelijke jaren terug. In 1996 kreeg de coffeeshop van B en W van Terneuzen samen met coffeeshop Miami een gedoogbeschikking om softdrugs te verhandelen op basis van de zogenaamde AHOJ-G-criteria. Straatverkoop van drugs werd vanaf dan zwaar bestreden.
Binnen luttele jaren groeide Checkpoint uit van een kleine coffeeshop in een cafeetje tot een supermarkt in een nieuw op maat gebouwd etablissement dat medio 2005 duidenden bezoekers daags uit Frankrijk en België trok. Die immense groei en aantrekkingskracht was de autoriteiten een doorn in het oog.
Op 1 juni 2007 deed de politie een inval in Checkpoint, waarbij 4,5 kilogram softdrugs werd aangetroffen. In een nabijgelegen opslagplaats vond de politie nog eens 92 kilo. Veel meer dan het in de AHOJ-G-criteria vastgestelde maximum van 500 gram voorraad.
Op 20 mei 2008 deed de politie weer een inval in de shop en op dertien adressen in de streek. Deze keer werd 160 kilo softdrugs in beslag genomen en werd de coffeeshop gesloten.
Op 3 november 2009 begon de rechtszaak tegen vijftien medewerkers van de coffeeshop, waarin celstraffen tot anderhalf jaar en een ontnemingsvordering van 27 miljoen euro werden geëist. Het was voor het eerst in Nederland dat een coffeeshop werd vervolgd als criminele organisatie. Op 25 maart 2010 deed de Middelburgse rechter uitspraak. De verdachten werden schuldig bevonden maar kregen lichte straffen. Hoofdverdachte en eigenaar Maddie W. kreeg een celstraf van 16 weken en ook andere medewerkers kregen celstraffen die het voorarrest niet overstegen. De ontnemingsvordering bedroeg 10 miljoen euro. De rechtbank liet meewegen dat de gemeente Terneuzen, het Openbaar Ministerie en de fiscus niet ingrepen ondanks dat deze op de hoogte waren van de omvang van de zaak, waarover de eigenaar altijd open is geweest. De rechtbank verweet de gemeente het verbod op reclame voor coffeeshops te hebben overtreden door verwijsbordjes te plaatsen naar de coffeeshops. In hoger beroep, een jaar later, bepaalde het Gerechtshof in Den Haag dat het OM heeft het vertrouwensbeginsel geschonden. Justitie had van tevoren tegen Checkpoint moeten zeggen dat het zou stoppen met gedogen en zou overgaan tot vervolging. Dat had het OM niet gedaan, waardoor het hof kwam tot een niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep. De Hoge Raad haalde gisteren dus een streep door die uitspraak.
Dat betekent dat Meddie Willemsen en zijn medewerkers opnieuw voor de rechter zullen moeten verschijnen. Wanneer? Dat kan nog wel even duren. Het enige wat vaststaat is de plaats van handelen; te weten Amsterdam. En inmiddels weten we ook dat de zaak dient van 3 tot en met 11 juni van dit jaar.