“We maken ons vandaag hier in woord en beeld hard voor het voortbestaan van de regionale journalistiek. Die staat onder druk”, dat zegt hoofdredacteur Edwin de Kort woensdag 9 oktober ter ondersteuning van de actiedag van Omroep Zeeland. De De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) wil de landelijke en regionale publieke omroep samenvoegen tot één publieke mediadienst.
Integratie kan volgens Henk Hagoort, voorzitter van de NPO, een belangrijke bijdrage leveren aan de “versterking van de journalistieke taak”. Regionale nieuws- en sportredacties blijven bestaan, maar die zouden landelijk worden gecoördineerd door de NOS. De keuze van de NPO valt, begrijpelijkerwijs, slecht bij de dertien regionale omroepen. Die willen, meldt samenwerken, maar willen niet worden ‘opgeslokt’ door de landelijke omroep, omdat dan sprake is van enorme verarming van de regionale journalistiek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat directeur Monique Schoonen van Omroep Zeeland nu de PZC als mogelijke toekomstige partner in beeld ziet komen, maar of dat zo’n verstandige keuze is durf ik hardop te betwijfelen.
Naast het vermaledijde NPO plan worden de regionale omroepen ook nog eens geconfronteerd met bezuinigingen van in totaal 25 miljoen euro. Geld wat de omroepen niet kunnen missen, maar ja, het bedrag maakt deel uit van een totaalpakket aan door het Rijk opgelegde maatregelen voor de Publieke Omroep die zo’n 300 miljoen moeten opleveren. Ik voorzie niet dat Den Haag – ondanks alle protesten in woord en beeld – daar nadrukkelijk aan gaat tornen.
Het NPO-model wordt door regionale omroepbazen nadrukkelijk verworpen. Men spreekt van een ‘slecht plan’, omdat simpelweg gesproken een landelijke omroep nooit het nieuws uit de regio halen zoals een regionale omroep dat kan, als het goed wordt gedaan.
Aan dat laatste -dat goed doen – durf ik nog wel eens te betwijfelen en dat wordt me dan niet in dank afgenomen door Omroepmedewerkers. Kijk ik echter naar wie en wat er de voorbije jaren de regionale journalistiek om wat voor reden dan ook verlaten heeft, dan bekruipt me toch het gevoel dat het met het journalistieke collectieve geheugen in Zeeland niet al te best meer gesteld is. Noem het de wraak van Alois Alzheimer. De kennis van de regio – zo nodig om er nieuws uit te putten – is bij het huidige journaille – uitzonderingen overigens daargelaten – niet zo best en daar helpt een basiscursus journalistiek – zoals de Omroepmedewerkers allemaal hebben gehad – ook niet echt bij.
Toch doen onze Zeeuwse journalisten het vergeleken bij hun bloedbroeders en -zusters elders in den lande het nog zo slecht niet. Recent onderzoek heeft dat uitgewezen. Nou vooruit, zeg en denk ik dan. Laat dat maar waar zijn.
Bij Omroep Zeeland voert men actie voor het behoud van de Omroep.
Dat mag en wat mij betreft behoud ik OZ ook graag.
Maar de medewerkers die nu actie voeren moeten vooral niet teveel rekenen op politiek-bestuurlijk gremia. Per slot waren die in de jaren ’80 niet eens genegen om de Omroep voor Zeeland destijds te steunen. Pas toen Eelco Brinkman als minister met extra middelen over de brug kwam om de financieren van de Omroep veilig te stellen was het toenmalige Zeeuwse provinciebestuur genegen om de Zeeuwen een tientje uit de beurs te troggelen.
Tja en als je bij de gratie van de politiek bestaat, dan is dat – zo blijkt nu – geen garantie voor een lang en/of onafhankelijke bestaan.
En een huwelijk met een armlastig Wegenerzusje is dat overigens net zo min.