Vroeger, toen het internetbankieren nog moest worden uitgevonden, kreeg ik zelden post van mijn bank. O ja, eens per week wat afschriftjes waaruit ik kon opmaken wat er verdwenen was van mijn rekening en wat er gestort was en eens per jaar een afschriftje wat ik aan rente had mogen beuren, maar verder bleef de bancaire post tot een minimum beperkt. Had ik wat nodig, dan stapte ik de bank binnen en werd netjes geholpen door mensen die ik kende en zij mij. Die tijden zijn voorgoed voorbij.
Tegenwoordig sturen banken allerhande brieven waarin ze altijd beloven mij graag te helpen en me vriendelijk groeten, maar ga je die brieven inhoudelijk bekijken, dan is er altijd wel wat. Renteverlagingen, tariefsverhogingen, fusies (die nooit leiden tot een serviceverlies, maar altijd tot een verbetering ha!), excuses over schandalen (maar wat heb ik daar aan) en zogenaamde servicemaatregelen om nog beter te kunnen dienstverlenend of mijn bankverkeer nog veiliger te maken. Nou, ik hecht daar weinig geloof meer aan.
Sinds de schaalvergroting van ons nationale bankwezen en de daaropvolgende bankencrisis heb ik – en ik ben denk ik bepaald niet de enige – het vertrouwen in banken volledig verloren.
Ik was ooit een man die bankierde bij bondsspaarbanken, belandde bij Fortis, maar ja dat bedrijf is teloorgegaan en de restjes zijn opgeslokt door ABN-Amro, de staatsbank van Gerrit Zalm, U weet wel, die travestiet die ooit minister van financiën was, de man/vrouw die ons die euro schonk. Sinds Fortis is opgevreten kom ik niet meer in het bankgebouw in mijn woonplaats. Ik ken er niemand, ik vind ABN niks, heb er geen goed gevoel bij, maar ik ben te makkelijk om over te stappen op een andere. Komt nog bij, waar moet je naar toe. Welke bank heeft nog een serviceniveau wat nog een beetje lijkt op dat van de vroegere?
De Rabo misschien, de bank die zegt iets met mensen te hebben.
Ik heb er zakelijke rekeningen lopen, maar toen ik die kwam afsluiten wilde men mij bij de voormalige boerenleenbank mij een weekje laten wachten. Daar had ik geen zin in, zei dat ook en maakte aanstalten om dan maar naar een andere bank te stappen. Pas toen had men even een accountmanager beschikbaar. Veel heb ik met de Rabo niet van doen, maar deze bank stuurt mij wel regelmatig post. Een paar maanden terug las ik in de regionale dagbladen dat de Rabo’s te hier een fusie aan het voorbereiden waren. Nou, dacht ik, dat hadden ze toch beter even met hun cliënteel en leden kunnen kortsluiten niet. Maar nee, na publicatie in de couranten kreeg ik bancaire post, waarin het krantenbericht nog eens herhaald werd. Het stuurde mij. Dus, dacht ik, laat ik ook de bank eens wat sturen. Ik schreef:
“Beste heer Dehulsters,
Net van uw bank bericht gekregen per post over de intentieverklaring tot fusie. Mooi, maar dat heb ik als klant allemaal reeds kunnen vernemen uit de media. De facto hebt U als bank de gouden regel voor goede communicatie geschonden; eerst uw leden en cliënteel informeren, dan de media!
U koos de omgekeerde weg; een misser.
Over het inhoudelijke van uw schrijven wil ik het dan nog niets eens hebben. De lokale betrokkenheid zal met een opschaling zeker onder druk komen te staan, daar ben ik van overtuigd. Niettemin kan ik begrip tonen voor de noodzaak. Veel succes met fusieproces,
met vriendelijke groet.”
En verdomd. Ik ontving twee weken later een tegenbericht:
“Beste mevrouw Van Gremberghe,
Ik heb uw e-mail van 1 november, waarin u uw klacht uit over de inhoud van de brief inzake de voorgenomen fusie, in goede orde ontvangen. Ik stel het op prijs dat u de moeite heeft genomen uw ongenoegen kenbaar te maken. Daarmee geeft u mij de kans hierop te reageren. Via deze weg doe ik dat dan ook graag.
Allereerst wil ik u mijn excuses aanbieden dat een reactie mijnerzijds lang op zich heeft laten wachten. In deze hectische tijden proberen we iedereen zo snel mogelijk te woord te staan, maar dat lukt niet altijd.
Ik begrijp uw reactie betreffende de timing van de communicatie. Daar ben ik het helemaal mee eens. Onze planning was om allereerst onze medewerkers, daarna de ledenraad en vervolgens onze klanten het nieuws mee te delen. Pas daarna zouden we de pers benaderen. Helaas heeft de pers er in de tussentijd van enkele dagen waarin wij het nieuws aan onze medewerkers en ledenraadsleden vertelden en de datum waarop u onze brief ontving, lucht van gekregen. Dat zij dit nieuws direct wilden plaatsen, hadden wij niet zelf in de hand.
U geeft ook aan dat u verwacht dat de lokale betrokkenheid met de opschaling onder druk zal komen te staan. Ik kan u aangeven dat de drie Zeeuws-Vlaamse Rabobanken het coöperatieve hart van onze organisatie de komende jaren alleen maar meer willen uitbreiden. Er is ons alles aan gelegen om Dichtbij en Betrokken te blijven in heel Zeeuws-Vlaanderen. Dus mocht u gelijk krijgen en zorgt de opschaling voor meer druk op deze doelstelling, dan kunt u er vanuit gaan dat de nieuwe Zeeuws-Vlaamse Rabobank er alles aan gaat doen om die druk tegen te gaan. Hoe we hier precies invulling aan gaan geven? Daarover gaan we nog in gesprek. Ik hoop dat u in de toekomst zelf regelmatig zult ervaren dat we onze voornemens ook waarmaken!
Tot slot geeft u aan dat u begrip heeft voor de noodzaak en wenst u mij veel succes met het fusieproces. Mijn dank daarvoor. Ik zal uw belangen, als klant van onze bank, zo goed mogelijk behartigen en hoop u ook in de toekomst als tevreden klant te mogen ontmoeten.
Met vriendelijke groet,
Caro Dehulsters
Waarnemend Directievoorzitter”
Kijk, mooi is dat. Alleen was ik behoorlijk pissig over de aanhef van het antwoord. Mijn vrouw, die al heel haar leven haar meisjesnaam gebruikt, is altijd woedend als met name de Rabo haar altijd post stuurt met de aanhef mevrouw Van Gremberghe, want zo heet ze niet en ik ben – met de grootste wil van de wereld – geen vrouw. Dus een mailtje terug:
“Beste heer Dehulsters,
Dank voor uw late reactie op mijn mail.
Het bewijs dat de Rabobank op afstand van zijn klanten komt te staan levert uzelf meer dan duidelijk in uw aanhef.
Beste mevrouw Van Gremberghe, met enige moeite had u binnen uw eigen bestanden of via internet zo kunnen vernemen dat ik al bijna 57 jaar een man bent en dat mijn vrouw bij de Rabo bankiert onder haar eigen naam.
Een misser mijn beste.
zeker met het oog op de verdere inhoud van uw schrijven.
met groet
Conny van Gremberghe
voor de goede orde er zijn 14 mannelijke Conny’s in Nederland.”
Dat mailtje was vervolgens aanleiding voor een telefoontje van een dame van de bank, die een foutje had gemaakt en in naam van de heer DeHulsters (dus zelf had hij niet eens de moeite genomen om te antwoorden) duizend maal excuses maakt. Nou ja.
Niet veel later kreeg ik weer post van de Rabo waarin de bank kenbaar maakte uit veiligheidsoverwegingen onze bankpas “uitgezet” hebben voor gebruik buiten Europa omdat zij geconstateerd hadden dat wij het voorgaande jaar toch geen gebruik hadden gemaakt van onze pas buiten Europa. Nou ja. Dat klopte mooi niet en dat ging de Rabo dan wel even voor ons bepalen.
Vandaag viel er weer een Rabobrief in de bus waarin de bank opmerkte dat we wel buiten Europa hadden vertoefd en dus gebruik gaamk hadden van onze pas en dat er nu wel voor zouden zorgen dat de pas aan stond, maar ze adviseerden en passant wel om de pas standaard uit te zetten, omdat dan de kans op misbruik door criminelen verkleind wordt.
Ook deze brief werd afgesloten met “Wij helpen U graag verder en met vriendelijke groet”
En eigenlijk geloof ik daar geen barst van.
Dat hele bankwezen is in mijn ogen compleet vervreemd van zijn cliënteel en zeker van de kleintjes, van de gewone mensen, de zzp’s en het MKB.
Ik wil eigenlijk een bank die mij niet meer lastig valt met bancaire post.
Gelukkig zit ik niet bij ING, die sturen klanten straks de weekaanbiedingen, al dan niet met bonus.
Nou, dat komt me bekend voor. In de late jaren ’80 en ’90 was ik klant bij de Rabobank. De miscommunicatie en de missers die ze daar wisten te maken bij verhuizingen (weken zonder pas en geld) dreven me naar de Generale Bank. Prima service, kleine bank, maar dat werd dus Fortis. Voor een zakelijke rekening had ik later de goedkope Postbank, maar dat werd ING. Om een en ander overzichtelijker te maken koos ik volledig voor Fortis, maar vervolgens sukkelde ik mee de ABN AMRO in. Mijn zakelijke rekening daar werd steeds duurder, maar afschriften kreeg je niet meer. Ik wilde daar weg.
Zo kwam het een paar keer voor dat ik op bedrijvenbeurs Contacta een stand van de Rabobank trof. Kort gesprekje, mijn kaartje afgegeven en de belofte dat de bank zou terugbellen. Dat gebeurde nooit. Het filiaal in Kapelle kon me niet helpen: informatie over zakelijke rekeningen hadden ze alleen in Goes. Zelfs geen folders.
Uiteindelijk ben ik overgestapt naar een ideële bank en nu ga ik zien of dat beter bevalt. Maar iedere keer dat ik een tv-spotje van de (peperdure en klantonvriendelijke) ‘bank anno nu’, of van de autistische (zich op haar coöperatieve karakter beroemende ) concurrent zie, denk ik: ‘wat als je die centen nu eens in meer fatsoen en betere service stak??’
Maar eigenlijk weet ik het antwoord al: ze zijn niet geïnteresseerd in me. Te weinig geld, ik ben lastig, overbodig.