Ik reed vanavond met een goed gevoel van Groede terug naar huis. Het weer was mooi, de Zeeuws-Vlaamse polders lagen er schitterend bij met zeeën van groene gewassen afgewisseld met velden blauwbloeiend vlas en de brug bij Sluiskil was – gelukkig – geen obstakel. Mooi land, mijn land, dacht ik bijna hardop. Onder dat soort omstandigheden is een goed gevoel makkelijk te kweken, maar ik had dat gevoel gedurende de middag al gekregen tijdens het congres Waterdunen Ontvouwen, dat ik had mogen bijwonen.
En nu denk ik, nee ik weet het bijkans zeker, dat West-Zeeuws-Vlaanderen over een paar jaar blij is dat het project Waterdunen gerealiseerd is. Dat het gros van de bevolking verheugd is dat een recreatieondernemer als Cees Slager van de Molecatengroep, die duurzaamheid daadwerkelijk in hoog in het vaandel draagt, zich ooit bereid heeft verklaard om Waterdunen vorm en inhoud te geven.
Zeker, er werden tijdens het congres heel wat platitudes de Grote Kerk van Groede ingeslenterd door diverse sprekers. Waterdunen zou uniek worden, een nieuw icoon van Zeeland, een snoepwinkel voor vogelaars, een droom die werkelijkheid werd, nou ja, so what? Als de helft van die kreten bewarheid wordt, dan nog krijgt de gemeente Sluis er een natuurpark bij dat de toerist die houdt van verblijven dichtbij, dan wel in de natuur zal bekoren. Dan krijgt de toeristische consument die op zoek is naar een alternatief voor bungalow, hotelkamer of stacaravan de keus uit nieuwe verblijfsmogelijkheden als lodges, appartementen en canvastenten. Verblijfsmogelijkheden die verwezenlijkt worden in 350 hectare nieuwe (zilte) natuur, die voor een groot deel toegankelijk zal zijn. Het gebied zal doorkruist worden door tal van fiets en wandelpaden, er komen observatiehutten om de natuur – de vogels vooral – van dichtbij te zien, te ervaren.
Want Waterdunen moet straks staan voor beleving.
Waterdunen moet ervaren worden.
Geheel passend binnen de filosofie van Cees Slager en zijn kinderen.
De natuur wordt aangelegd, dit en volgend jaar en dan zal fasegewijs begonnen worden met de realisatie van de verblijfsaccommodatie. De Molecatengroep kiest ervoor om niet – zoals elders gebeurt in een keer een groot recreatiepark uit de grond te stampen, bungalows te verkopen en de snelle winst te pakken, nee, winstmaximalisatie past niet bij Slager, net zoals de nieuwe natuur moet groeien opteert de recreatieondernemer voor een organische groei van zijn nieuwe park, langzaam en gestaag, maar het komt er wel. Dat stelde hij in Groede heel duidelijk.
„En, als we na tien jaar constateren dat mensen iets anders willen, moeten we bepaalde huisjes ook gewoon weer kunnen vervangen’, waarmee hij aangaf dat de ontwikkeling van het park een ongoing proces zal zijn en blijven.
Maar zoals gezegd, het natuurpark komt er, inclusief de 200 duinlodges, de 200 wetlandlodges, de 100 tentlodges en het hotel met circa 100 suites of appartementen. Slager zei in onderhandeling te zijn met investeerders die duurzaam recreëren zien zitten en had het over kansrijke gesprekken. En zouden die gesprekken dan toch weinig opleveren, dan doet de groep het zelf, de ervaringen en de middelen heeft ze.
Maar zelfs als de Molecatengroep alles zelf zou gaan doen, dan nog – zo zei Slager – heeft ze de steun van de streek nodig, de ondernemers van de streek nodig om alles tot een succes te maken. Want Waterdunen is vooral ook een project dat een impuls moet geven aan de regionale economie. Is het plan zoals beoogt verwezenlijk, dan levert het op jaarbasis 20 miljoen aan revenuen op, niet alleen voor de groep, maar ook voor de restaurant, de welnessactiviteiten, de winkeltjes, verhuurcentra etc, die er nog moeten komen. Waterdunen levert directe werkgelegenheid op van zeker 100 vaste banen en 300 tijdelijke voor de aanleg. Banen die West-Zeeuws-Vlaanderen zeker kan gebruiken.
En dat laatste aspect van Slagers verhaal, het samendoen, sloot naadloos aan bij het inspirerende verhaal van de Nijmeegse hoogleraar Jan Jonker over de aankomende nieuwe economische realiteit, de Weconomy, waarin het samen bedenken, initiëren en uitvoeren de boventoon zal gaan voeren. Mooi verhaal, eerst zien en dan geloven, denkt U wellicht.
Nou ja, na de lezingen in de koele kerk volgde een excursieprogramma door de polders bij Breskens waarbij de genodigden een kijkje gegund werd op de werken in uitvoering. En daar in die omwoelde polder worden langzaam maar zeker de contouren van het natuurpark Waterdunen zichtbaar en wie ziet gaat geloven. En dat gold niet alleen voor de 200 genodigden waarvan meer dan de helft direct bij de projectontwikkeling betrokken zijn, maar ook voor de vele tientallen toeristen, die aangetrokken door de busvloot die door de polder reed, even kwamen kijken en luisteren. Wie ziet, gaat geloven.
De Braakman wordt toch ook prachtig. Als de natuur eenmaal zijn gang gaat is er niks neppigs meer aan hoor. De reeen malen niet om kunstmatig zolang ze ee goed te eten en de rust vinden.
De Braakman heeft nu toch echt meer weg van een Canadees indianen reservaat als ik langs de N61 rij. Als dat de norm is van Terneuzense landschappelijke inpassing dan hou ik mijn hart vast.
Frank, Peter Clijsen doelt op de noordelijke Braakman, waar het oude populierenbos moest wijken voor plas, dras en bosschages, daar komt nu aardig de groei. Jij refereert aan het recreatiecentrum en ja, dat ziet er niet uit. Ken indianenreservaten die beter ogen, maar niet veel overigens…
Het zou best wel eens kunnen zijn dat over een paar jaar een verhaal met dezelfde euforie over Perkpolder uit jouw pen gaat vloeien. Ik weet het zeker! Dat gaan we meemaken.
Keep on dreaming Ron…
https://www.gremberghe.nl/2013/07/er-heerst-onrust-aan-de-zeeuws-vlaamse-kust/
En meerdere stukken op deze blog
Amai