61
Op mijn laatste verjaardag
zag ik zand
heel veel zand
bergen hoog
dalen diep
gevuld met zand
en in dat zand dieren
nee, geen mieren
grote salamanders, kevers
en die eenzame jakhals
Op mijn laatste verjaardag
overschreed ik de keerkring
die van de steenbok
en zag de woestijn
aan mijn voeten
de zon zinderend
na een koele ochtend
een mooi begin
groeiend
naar een gloeiend eind
Op mijn laatste verjaardag
zag ik de vogels
de gracieuze flamingo’s
in de baai van de Walvis
rozerood afsteken
tegen bergen
van wit zout
gewonnen
uit de zilte lagune
buit van de zee
Op mijn laatste verjaardag
eindigde de tocht
in de haven van de boterham
de sandwich aan zee
het eind
van de beschaving
het begin
van de woeste wildernis
de oceaan beukte de weg weg
en ik werd 61