“Ik kom er wel weer bovenop”, zei hij afgelopen winter nog. Daan, Daan Bruinooge, oud gedeputeerde van Zeeland en oud-wethouder van Vlissingen. We zagen ‘m bij het afscheid van Toine Poppelaars. Hij zat voor ons in het publiek in de Grote Kerk, naast zijn oude politieke opponent en collega Ron Barbé. Barbë, een gezonde pensionado, goed in zijn vel met een gezond kleurtje en verlost van overbodige kilo’s, Daan, bleekjes, sterk vergrijsd en ineen gedoken als een ziek vogeltje. Hij was toen al ernstig ziek maar een nieuwe liefde (zijn vrouw Bep overleed plotseling een paar jaar terug) versterkte zijn strijdlust, zijn levenslust.
De chemokuur mocht niet baten. Daan Bruinooge, de laatste onderkoning van Zeeland, overleed afgelopen nacht. Hij werd 69 jaar.
Daan Bruinooge was voor ons als journalisten niet altijd even gemakkelijk. Als er wat speelde in het toen nog rooie Vlissingen of later in de provincie, dan had Daan vaak zijn clichézinnetjes klaar, dan was het “neenee, ik ben maar een eenvoudige wethouder of gedeputeerde” of “ja, we zitten er bovenop” en “jawel, het is erg druk aan het loket”. Wel loket hij dan bedoelde en wie de klanten waren liet hij dan natuurlijk onvermeld.
Maar het kon ook anders, op het eind van recepties durfde hij nog wel eens een een hoekje te gaan zitten, met een wijntje en een sigaretje en dan sprak-ie honderduit over vanalles en of het dan in de krant verscheen, daar zat-ie niet mee. Vond-ie prima. De prenten van Cor de Jonge, als-ie er in figureren mocht als mafiabaas of wat dan ook, dan vond-ie prachtig, daar kon ie van genieten, temeer, omdat zijn toenmalige PvdA-gedeuteerde Gert de Kok in die tijd in die prenten altijd als bijwagentje van Daan werd neergezet.
Bruinooge was gedeputeerde in de periode 1991-2003. In die tijd troffen we (mijn vrouw en ik) ‘m regelmatig op bijeenkomsten, feestjes en fractie-uitjes. Meer dan eens speelde Daan dan ceremoniemeester. Met zijn sterke verhalen, zijn streken en humor maakte hij die bijeenkomsten vaak tot een feest, maar was-ie stil, dan broeide er wat, dan wist je, dat er iets speelde in of buiten de politiek. Dan werd-ie behoedzaam, verre van luidruchtig en bedachtzaam.
De gewestelijk voorzitter van PvdA-Zeeland noemt Daan een tycoon van de sociaal-democratie. Kan een fout van Omroep Zeeland zijn of van Aty Herwijne, maar ik denk dat Daan met de typering van bendeleider nou niet echt blij zou zijn. Wellicht heeft ze icoon bedoeld, wellicht ook niet.
Vast staat dat Daan nou niet meer echt gelukkig was om veel van die sociaal-democratische bloedbroeders in Zeeland. Net zoals destijds met Wim Don hadden ze Bruinooge na zijn vertrek uit de actieve politiek links laten liggen.
De VanderDoefen, Holterings en Korstanjes en de nieuwkomers met groene gedachten (maar absoluut geen rood hart) hadden Bruinooges kennis en kunde niet meer nodig. Sterker nog, ze pruimden ‘m niet meer. Toen Maria le Roy (mijn vrouw) in 2007 als lijsttrekker voor de PvdA-statenverkiezingen wel een beroep deed om haar oude leermeester zette dat kwaad bloed bij een flink deel van de PvdA-top.
Die verkiezingen pakten dan uiteindelijk ook helemaal verkeerd uit. De PvdA verdween uit het college van GS, mijn vrouw uit de Staten en Daan, die bleef op de achtergrond nog een beetje scharrelen. Hij was nauw betrokken bij het Vlissingse filmfestival en dat vond-ie prachtig. Hij was nog actief in de verslaafdenzorg en dook ook nog wel ’s de havendossiers in. Ook de Vlissingse PvdA consulteerde Daan nog geregeld en dat deed ‘m best goed…
Ja, Daan en de havens, die waren tijdenlang een. Barbé en Daan hadden Rotterdam bij de havenontwikkelingen in Zeeland betrokken omdat Rotterdam geld en expertise had, maar geen ruimte. Zeeland had die ruimte wel en als Rotterdam meehield aan de havenontwikkelingen in Zeeland, dan moest daar uiteindelijk iets vruchtbaars uit kunnen komen. De Westerscheldecontainerterminal bijvoorbeeld, die het nieuwe Zeeland Seaports op de wereldkaart had kunnen zetten.
Helaas voor Daan, maar ook Barbé, vlotte het niet met de Rotterdamse vrijage (zeker niet toen goede vriend Willem Scholten wegens misstanden in Rotterdam werd uitgerangeerd) en nog minder met de WCT.
Tot op het laatst hield Daan Bruinooge alle ontwikkelingen in Zeeland bij, soms, maar niet vaak ,had-ie er nog een aandeel in. Zoals wellicht met de benoeming van Marjet van Zuilen tot commissaris bij Verbrugge.
Maar er bovenop komen, zoals-ie zelf gezegd had, kwam-ie niet.
De gevreesde ziekte won het van “die eenvoudige gedeputeerde”.
Een man die als je op visite kwam zelf om gebakjes ging bij de bakker en als politicus, als bestuurder, zaken het liefst niet liet opschrijven. “Daar kun je alleen maar gedonder mee krijgen”, wist-ie.
Het is te hopen dat Ben Jansen of een van de andere seniorredacteuren bij het Zeeuwse Halfformaat van dienst is, want anders is er niemand die nog iets wezenlijk over Bruinooge kan opschrijven. We zullen zien of de rasbestuurder Bruinooge (met veel voor-, mede- en tegenstanders, maar immer bewogen) recht gedaan wordt.
Geachte heer Van Gremberghe, beste Conny,
Bedankt voor je mooie verhaal. Als Vlissinger heb ik Daan leren waarderen voor de wijze waarop hij doelen en problemen aanpakte en me geamuseerd hoe slim hij mensen en organisaties voor zijn karretje wist te spannen. Vanuit maatschappelijke organisaties hebben we veel met elkaar te maken gehad, voor mijn werkgever PZC stond hij als collegelid achter de nieuwbouwlocatie.
Na 25 jaar indringend bestuurdersschap vinden mensen het fijn dat het krachtenveld verandert. Dat viel hem inderdaad niet mee. Ben Janssen had een goed stuk in de PZC, Hennekij acteerde goed bij Omroep Zeeland maar het optreden van zijn Vlissingse opvolger Henk de Haas was ronduit beschamend. Net als de allerlaatste rouwadvertentie van zijn eigen Vlissingse PvdA-afdeling, die de allereerste had moeten zijn!
Het “uit het oog, uit het hart-denken” van veel mensen maakt onze samenleving stilaan harder en killer. Ik ervaar ’t, mijn vrouw ervaart ’t, u wellicht ook, net als veel van onze vrienden en kennissen. Als we hiermee doorgaan zijn we, net zoals Daan Bruinooge het altijd zei, ‘schepen die passeren in de nacht’.