“Rare mannetjes”. Zo typeerde burgemeester Antoine Kessen van Hulst tien jaar terug zijn mede-ambtsgenoten. “Rare mannetjes, tiepetjes met eigenaardigheden. Vrijwel allemaal mannen.” Kessen – met zijn voorliefde voor stuntjes, ludieke acties en fervent verzamelaar van wijnetiketten (of eigenlijk de flessen) – ontzag zichzelf niet. Absoluut niet, tegenover de verslaggevers van het Zeeuwse Halfformaat gaf-ie grif toe af en toe ook verbaasd te staan van zichzelf.
Toine Kessen verliet het openbaar ebstuur in 2003 om gezondheidsredenen en leeft tegenwoordig in betrekkelijk rust achter het stadhuis te stede Hulst. Maar er zijn weer nieuwe rare mannetjes aan het Zeeuwse bestuursfirmanent. Die van Vlissingen bijvoorbeeld. Enige tijd terug ontwaarde in deze heer, René Roep, ver van huis in de Emmapolder. Ietwat autistisch liep hij daar rond. Op zoek naar, ja, naar wat eigenlijk?
En dan hebben we het nog niet over René Verhulst gehad (heten al die fuguren die Karla Peijs binnenhaalt René?), de man die onze jeugd weer in het gelid en uniform wil krijgen. Uniformen voor schoolkinderen, dat is wel een item voor 2011, jawel hoor. Je predikt er gelijkheid mee, vindt Verhulst.
Nou ja, ik stel dan ook voor dat alle burgemeesters in Nederland dag in dag uit met hun ambtsketting om moeten rondlopen, dat ze ook – net als in Belgica – een mooi sjerp met driekleur ommoeten dragen en dat ze op het hoofd voortaan een oranje steek zetten. Elke dag in Majesteits dienst, zodat die rare mannetjes voor eenieder ook als raar herkenbaar zijn.