Een lezer mijner bijdragen vond mij de voorbije week veel te negatief. Altijd weer die kritische stukjes over dit natte schorrenland, daar schoot niemand iets mee op, meende hij. Ik zou beter de streek verlaten, mijn kompas noordwaarts richten. Opdonderen, weg. Ja, zo gaat dat. Wie een ander lied zingt, moet het koor maar verlaten. Wie een ander pad volgt hoort niet meer in de kudde thuis, wie anders denkt, moet het zwijgen opgelegd worden.
Ik peins er niet over te verkassen, mijn pen neer te leggen, te zwijgen.
Wie niet wil lezen wat ik schrijf, hoeft dat helemaal niet te doen.
Wie niet wil horen naar wat ik te melden heb, hoeft niet te luisteren.
Wie ziende blind wil blijven, mag dat.
Ik beschouw mij ook niet als een negativist die per sé negatief wil zijn.
Integendeel. Ik bewonder mensen die in dit tijdsgewricht het leven op positieve wijze bejegenen, die andere mensen helpen, die denken over wat anders, maar vooral beter kan. Of het nu gaat om mensen die bedelen voor de Alzheimerstichting of andere goede doelen, of om kunstenaars die rode pinguins maken ter alarmering van de smeltende ijskappen of ondernemers die vooruit willen en niet achteruit. Ik put kracht uit mensen die doelen hebben in hun leven, die willen excelleren in hun sport of professie. Ik vind het fijn jonge mensen uit mijn streek te treffen die auto’s ontwerpen en bouwen voor Audi, die kinderen onderricht geven in Afrika, die op talent jagen in de Europese grootsteden.
Ik sta versteld van de levenskracht van mijn moeder en veel van haar leeftijdgenoten, mensen van gewone komaf, die een jonge generatie hebben voortgebracht – soms zonder veel middelen – die slimmer en mogelijk getalenteerder is dan alle generaties ervoor. Ik word werkelijk gefascineerd door de gemeenschapszin die een steeds kleiner wordende groep Zeeuws-Vlamingen op gezette tijden toont of het nu op de Kauter is of in Cadzand, of het nu om een vereniging gaat of een kerkgemeenschap, sommige mensen zijn echt goed bezig.
Maar dat neemt niet weg dat ik me als -soms- weldenkend mens zorgen maak.
Zorgen die ik uit op de manier die me ligt, door te schrijven.
Ik maak me zorgen over de verdomming van Zeeland en vooral van Zeeuws-Vlaanderen.
Onze middelbare scholen zijn zo goed dat we onze kinderen zo goed mogelijk willen scholen en dat lukt. Verhoudingsgewijs (met scholen elders) hebben de Zeeuws-Vlaamse scholen al jaren prima scores bij de eindexamens en slagen ze erin veel kinderen klaar te stomen voor hoger en universitair onderwijs. Elke zomer zien we een karrevracht kinderen -ons regionale intellect- verkassen naar Breda, Tilburg, Rotterdam en veel verder. Even komen ze terug, in het weekeind naar huis, om vervolgens uit te zwermen. Dat lot zal straks, na de fusie van het ROC van hier met dat van hinter, ook ons minder, maar meer technisch begaafde kinderen treffen. Onze MBO’ers, die – zo verwacht ik – ook meer en meer naar Belgica zullen verdwijnen. Daar maak ik mij zorgen, mag ik?
De ontgroening is feitelijk nog pijnlijker dan de vergrijzing die onze streek al jaren in de greep heeft. Mensen worden ouder, gelukkig maar.
Maar een fikse vergrijzing in een dunbevolkt, landelijk gebied heeft veel meer kwalijke gevolgen dan de vergrijzing in stedelijke gebieden als bijvoorbeeld Zuid-Limburg. Daar kun je bijvoorbeeld nog openbaar vervoer overeind, sociaal maatschappelijke voorzieningen, zorginstellingen. In een regio als Zeeuws-Vlaanderen (feitelijk in Zeeland) zal dat – zeker als Den Haag immer blijft vasthouden aan randstedelijke normen bij zowat elke bekostiging – ontzettend moeilijk worden en daar maak ik mij zorgen om, mag ik.
Met hoegenaamd geen jongeren en heel veel ouderen wordt het -wat dan heet – sociaal-maatschappelijk middenveld wel erg dunnetjes. Je ziet dat nu al. Verenigingen, instellingen, kerken, clubs, politieke partijen, dorpsraden; ze hebben allemaal moeite om aan vrijwilligers, bestuursleden enzomeer te komen. Bij verkiezingen wordt steevast vanaf de zijlijn geroepen, het zijn altijd dezelfde, de zakkenvullers, vernieuwing homaar. Wie dient zich aan? Bijna niemand en dat is ook wel te begrijpen, want de keerzijde van dit alles is dat de regenten onder de lokale bestuurders ook regent kunnen blijven. Een enkele keer zie je verandering, laatstelijk nog in bijvoorbeeld de Hulster ondernemerskringen, totdat de oude garde plotsklaps alles terugdraait en de motor tot verandering stilvalt.
De groep mensen die verandering, progressie, vooruitgang, nieuw elan kan entameren wordt in een streek als Zeeuws-Vlaanderen kleiner en kleiner. En daar maak ik mij zorgen om, mag ik…
En onze bestuurderen? In de gemeentehuizen en de Middelburgse abdij?
Die vinden het vervelend als het woordje krimp valt (maar roepen dan vervolgens wel dat ze een kennisbank over krimp willen oprichten, die er feitelijk aan elke universiteit al is).
Die vinden het niet kunnen als het Rijk verdere dienstenconcentraties aankondigt (maar vergeten dan wel dat dit proces al twintig jaar sluipend plaats heeft gevonden en dan nooit eerder aan de bel is getrokken).
Die vinden dat omwille van de Zeeuwse zaak er meer moeten worden samengewerkt (maar gaan voorbij aan het feit dat ze zelf elk initiatief om daadwerkelijk samen te werken in het recente verleden telkenmale de nek omgedraaid hebben, alleen samenwerken met België blijft altijd aantrekkelijk, maar die vorm van samenwerken speelt zich al decennia louter en alleen af in restaurants en balzalen).
Die bestuurders vinden het prachtig dat het CBS of Eurostat weer eens meldt dat de werkloosheid in Zeeland zo laag is. Ja God, is het te begrijpen zeg. In een provincie zonder jeugd, met bijkans 20 procent bejaarden, met nog vrij veel boeren en nog meer parttime boeren, met vrije ondernemers en zzp’ers in horeca, recreatie, visserij en diensten, dan kom je natuurlijk aan een laag percentage werklozen, ook al omdat dan ook nog ’s voorbijgegaan wordt aan het lage percentage vrouwenparticipatie op de arbeidsmarkt.
Nee, het gaat goed in Zeeland.
En daar maak ik me zorgen over.
Volhouden en doorgaan om verandering tot stand te brengen, al bereik je maar enkelen, is noodzakelijk. Niemand heeft de wijsheid in pacht.
Zeker is dat je SAMEN meer bereikt en daar hoort verandering bij. Die verandering slaat m.i. vooral op een verandering in “cultuur van denken”. Helaas hebben teveel mensen verschillende petten op en zijn niet of te weinig in staat het algemene belang voor het persoonlijke belang te laten gaan.
Mensen die verandering tot stand willen brengen, weten over het algemeen dat ze wegbereiders zijn en veel weerstanden tegen zullen komen. Persoonlijk heb ik wel vertrouwen dat het op de lange duur wel gesnapt wordt en er (jonge) mensen op zullen staan met visie en een lange adem. Hopelijk wat groter in aantal dan nu het geval is.
Hoe dan ook Conny: het glas is half vol! Voor hen die verandering tegenhouden is het zaak verantwoordelijkheid te nemen en niet alleen te ageren maar de verantwoordelijkheid te nemen om de klus te klaren!!
Persoonlijk sluit ik mij aan op wat jij schrijft. Ik ga door op mijn manier zonder vereniging … :-))