Hoeveel Officieren van Justitie in dit prachtige land lijden inmiddels onder de toorn van Aloís Alzheimer. Een paar, een tiental of nog meer? Voor de veilige en goede rechtsgang in Nederland valt het te hopen dat niet te veel strafvervolgers zich gedragen als de Middelburgse officier Jo Valente. Voor het Gerechtshof in Den Haag wist hij in het hoger beroep in de Checkpointzaak Terneuzen menigmaal slechts een zin te melden: “Dat kan ik mij niet herinneren”.
Of de burgemeester van Terneuzen werd geïnformeerd over een invakl bij de koffieshop: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Over gesprekken met politiechefs over lopende zaken: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Over de omslag in het denken bij het OM over het gedogen in Terneuzen: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Over de IRT zaak in Amsterdam en zijn bemoeienissen: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Over zijn verbanning uit het centrum van de justitiële macht Amsterdam naar het verafgelegen Middelburg: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Of er sprake is van enige gefixeerdheid in het Checkpointdossier van de Officier zelve: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Over hoe hij donderdag in Den Haag terecht is gekomen: “Dat kan ik mij niet herinneren.”
Als er meer van dit soort crimefighters in Nederland rondlopen is het maar te hopen dat Peter R. de Vries toch nog een tijdje programma’s blijft maken. Al is het maar vanwege dat ene zinnetje. “Dat kan ik mij niet herinneren…”
Hear, hear………..