Ze vloekt zelden mijn vrouw, maar hedenavond toen ik haar vertelde dat het doek voor Zalco is gevallen, ontviel haar toch een krachtterm. “Jezus, achthonderd man op straat, dat is een klap en dat in deze tijd.” Vijf jaar geleden dreigde de almuminiumfabriek in Vlissingen-Oost al ten onder te gaan toen toenmalige eigenaar, het Franse Pechiney, er geen brood meer in zag. Mijn vrouw en de Vlissingse wethouder Conny Seijbel reisden toen stad en land af om het Vlssingse bedrijf te kunnen redden. Gelukkig werd destijds in investeringsmaatschappij Klesch & Company Limited uit Londen een partner gevonden die de fabriek verder wilde gaan exploiteren. Welnu, tot op heden dus, want ook de investeringsmaatschappij vreest aan Zalco weinig rendement over te houden.
De PZC meldde in september dat Zalco dit jaar afstevende op forse verliezen. Directeur Wout Kusters wees toen op twee belangrijke oorzaken voor de situatie: het besluit van Duitsland om kerncentrales uit bedrijf te nemen na de kernramp in Japan, waardoor de stroomprijs is gestegen, en de crisis op de beurs waardoor de aluminiumprijs is gedaald (waarbij moet worden opgemerkt dat het dal van de grondstofprijs in 2008 stukken dieper lag dan nu het geval is). Zalco streefde de laatste maanden ernaar om alle betrokkenen bij het bedrijf (eigenaar, overheden, leveranciers, onderaannemers en werknemers) een bijdrage te laten leveren aan een kostenreductie. Een loonoffer werd door bonden en personeel afgewezen en dat is – nu terugkijkend – niet zo onverstandig geweest. Het is bovendien zeer de vraag of zo’n offer van de medewerkers het bedrijf had kunnen redden. Misschien even, maar volgend jaar had de wind zeker weer uit dezelfde hoek gewaaid.
Nee, al met al is de teloorgang van Zalco jammer. Jammer voor de medewerkers die hun job verliezen, voor het ingehuurd personeel en de toeleveringsbedrijven. Jammer voor Zeeland. Komt er nog meer?
Ik vrees van wel.
Productiebedrijven hebben moeite in ons land om overeind te blijven. De maakindustrie verlaat stilaan voorgoed Europa om neer te strijken in lagelonenlanden ver en verder weg. De gespecialiseerde chemie houdt nog wel even staande, maar daarmee is het ook wel gezegd. Yara in Sluiskil heeft kortgeleden een nieuwe fabriek voor de ureumproductie opgeleverd, een state of the art productieplant, de toekomst van Yara is voor jaren veiliggesteld werd er bij de ingebruikname gesteld. Mooi denk je dan, prima, maar wat in de euforie van het moment vergeten werd was dat door de nieuwe fabriek bij Yara ruim 100 banen minder te vergeven waren dan ervoor.
En dan was er nog de glasfabriek in Sas van Gent die een nieuw pand betrok.
Voor de toekomst werd ook daar gezegd, maar dat kort daarvoor 35 arbeidsplaatsen geschrapt waren, daar had niemand het meer over.
En komt er nog meer?
Ik vrees van wel.
Niettemin hoop ik dat de curatoren van Zalco er in slagen om toch nog iets uit de hoge hoed te toveren om de werkgelegenheid in het Sloegebied -al is het maar deels – te redden.
frappant wel, de stroomprijs die stijgt na het vóórnemen om de Duitse kerncentrales te sluiten ( in 2017). Een markt van speculanten dus want er is tot nu toe geen druppel minder stroom het net opgegaan, integendeel.
Ben de Reu beweerde toch een maand geleden nog dat de moeilijke positie van Zalco toch vooral te maken had met het feit dat concurrenten de stroom gratis (staatssteun) naar de fabriek geleverd kregen terwijl Zalco wel die transportkosten moest betalen?
Dit zal voor de werknemers, uitzendkrachten én onderaannemers een vreselijke en onzekere tijd worden. Mijn hart gaat naar hen uit.
Het wachten is op een krantenartikel waarbij ook de niet-emotionele aspecten maar de fundamentele problemen worden belicht. Met alle respect, maar een productie-eenheid met deze hoeveelheden personeel oogt niet bepaald up-to-date in een wereld waar proces- automatisering en robotisering niet meer als fancy maar als standaard wordt gezien. In de staal-industrie bijv. innoveert men juist fundamenteel door met een slim procede met minder energie erts te gaan smelten.