Bezitters van een wietpas hebben een mooie herinnering overgehouden aan weer een staaltje van overheidsfalen. Amper een half jaar na invoering van de verplichte identificatie voor coffeeshopbezoekers in Zuid-Nederland is de regeling alweer van de baan. Gisteren stuurde opperburgemeester der LageLanden Ivo Opstelten de Twee Kamer een schrijving waarin het afschaffen van de pas werd afgekondigd. Ben benieuwd hoeveel kamerleden de minister nog eens zullen vragen wat de invoering van dit ongewenste controlevehikel de Staat der Nederlanden gekost heeft. Het zal wel weer met een sisser aflopen.
Maar het softdrugsbeleid blijft in Nederland natuurlijk een crime. Gedogen valt niet uit te leggen internationaal en volledig verbieden is anno 2012 net zo idioot.
Links pleit stilaan voor een decriminalisering met een door de Staat getolereerde en gecontroleerde kweek van wiet, rechts – zie Elsevier hedenvandage – stelt dat de ongebreidelde verkoop van softdrugs vormt een regelrecht gevaar voor de volksgezondheid. Gedogen of legaliseren werkt niet, dus resteert maar één oplossing aldus Elsevier: alle coffeeshops moeten dicht.
Duidelijkheid mag wel een keer van staatswege geschapen worden, maar Opstelten laat nu
de boel weer de boel. En zegt simpelweg: de gemeenten zoeken het zelf maar uit.
Dat is vragen om problemen. Dat betekent dus weer dat sommige gemeenten een coulant beleid zullen gaan voeren ten aanzien van coffeeshops zolang er geen sprake is van overlastsituaties. En in andere plekken gebeurt het tegenovergestelde. De achterdeurproblematiek blijft voortbestaan en dus blijft de toelevering (en kweek en alles wat erbij komt kijken) aangemerkt worden als strafbaar, cq crimineel. Dat betekent vervolgens weer dat de ene officier van justitie zijn eigen war on drugs kan beginnen, terwijl de andere met genoegen in huiselijke kring een lurk van een joint zal nemen.
Maar pasbezitters, koester uw document, het is straks nog wat waard,
nou ja, voor wat het waard is.