In de Zeeuwse dagbladen PZC en BN/De Stem staat vandaag een dubbele pagina met wat ik maar noem electorale overlijdensadvertenties in de gemeente Terneuzen. Het artikel biedt inzicht in de mate van vergrijzing van het gekozen bestuur. Naar aanleiding van het voorgenomen vertrek van de CDA’ers Henk Siersema (64) en Jaap Bos (67) wordt gesteld dat zij het goede voorbeeld geven op te stappen en dat de overige partijen nu maar – met eenzelfde verjonging – moeten volgen ter eer en glorie van de gemeenschap. Een jonger bestuur zou immers een frisse kijk op oude zaken kunnen hebben en niet gehinderd door oud zeer de stede Terneuzen vooruit kunnen helpen. Het kan, maar ik denk niet dat de bestuurlijke inertie waar Terneuzen mee te kampen heeft direct van doen heeft met de gemiddelde leeftijd van het bestuur. Integendeel, de meest bekritiseerde dagelijkse bestuurder in Terneuzen, de TOPper Frank van Hulle, om maar eens wat te benomen, is juist met zijn 54 jaren de jongste van het hele stel.
De schrijver van het artikel – ook 60-plus – moet toch weten dat bestuurlijke daadkracht niet leeftijdsafhankelijk is. Ook vitale ouderen kunnen in een ingeslapen raad voor een frisse wind zorgen, voor elan, voor reuring, voor daadkracht. Als het maar mensen met ballen zijn. De enige regionale politicus die de voorbije eeuw Zeeuws-Vlaanderen echt op de nationale kaart wist te zetten – Honoré Colsen, God hebbe zijn ziel – was 73 toen hij de mars op Den Haag voor de vrije veren inzette en daarna bleef Colsen nog jaren in de Terneuzense raad de belangen van zijn Sluiskil verdedigen. Niemand had er toen aan moeten denken om Colsen er op te wijzen dat hij beter kon oprotten omdat hij de zestig al gepasseerd was.Niemand. Colsen zou zijn stok op de rug van de criticaster hebben doen belanden. En ik weet ook nog hoe in mijn schone stede Hulst politieke beroering ontstond, de lokale politiek op de grondvesten begonnen te schudden, toen eind tachtiger jaren de gepensioneerde Ben Picavet zijn opwachting maakte met zijn groepering Groot-Hulst. Picavet wilde het nieuwe gemeentehuis onder brengen in het toenmalige Liduinaziekenhuis, dat op punt stond te worden gesloten en kreeg duizenden Hulstenaren achter zich en zijn club. De almacht van het CDA toen werd in een keer gebroken, PvdA en Groot-Hulst namen de leidende rol in de Reynaertstad over en Picavet zou nog jaren heersen over de vestingstad en ommelanden.
Nee, leeftijd hoeft niet zozeer leidend te zijn in het bepalen van de participanten in het politieke spel, maar wel de inbreng die mensen kunnen hebben, de durf om te handelen, de kennis om te bepalen en te oordelen, de motivatie om iets voor het openbaar bestuur te betekenen en daar schort het nog wel eens aan. Veel politieke partijen hanteren -in theorie- de regel dat gekozenen twee of drie periodes verkiesbaar kunnen of mogen zijn. In de praktijk wordt die regel – bijvoorbeeld bij de PvdA – zelden nageleefd of toegepast. Het gevolg is dat bestuurders – zoals bijvoorbeeld in Terneuzen Co van Schaik – al sinds 1974 in het openbaar bestuur vertegenwoordigd is. Van Schaik is daarmee nationaal – denk ik zo onderhand – de langstzittende bestuurder. En wie aan Co vraagt of-ie moe is zal te horen krijgen dat-ie “nog steeds in de kracht van zijn leven is”.
Ik heb in deze kolommen met enige regelmaat kritiek gehad op het functioneren van de grootste groepering in Terneuzen, de Terneuzense Onafhankelijke Partij. Waarom? Omdat die club grotendeels verantwoordelijk is voor wat ik noem de bestuurlijke inertie in Terneuzen. Het gebrek aan slag-en daadkracht, aan durf. En toch is het de oudste TOP-man Giel van Boom (76) die zijn werk als gekozene het meest actief onderhoudt. Van Boom stelt vragen, oppert ideeën (niet altijd even doordacht, maar alla), bedient zijn electoraat in Hoek met een zelfgedrukte nieuwsbrief, is aanwezig op plekken waar zijn aanwezigheid vanzelfsprekend wordt geacht en heeft een meer dan gemiddeld aandeel in de vele beraadslagingen. Tot op heden werd Van Boom in zijn handelen niet beperkt door zijn leeftijd.
Ik ben het met de schrijvers van het artikel eens dat Terneuzen bestuurlijk opgefrist dient te worden, maar of dat oudere of jongere nieuwe bestuurders daarvoor gaan zorgen is mij om het even. Zaak is wel dat nu – door alle partijen onderkend wordt – dat de lucht in Terneuzen bestuurlijk bezoedeld is, muf ruikt, een weinig meurt naar rotte eieren. Dat zaken niet gelopen zijn zoals ze hadden moeten lopen en dat er penitentie gedaan wordt voor de zonden die zijn begaan. Maar ik denk niet dat Terneuzen daaraan al toe is. Helaas.
Een tien met een ‘gniffel’ Conny.
Leeftijd is niet relevant. Werklust, veerkracht en gezondheid telt.
En Cees, terug van weggeweest?