Op de dag dat de koningin vervangen werd door een koning met de naam Willem Alexander mocht ik verblijven in de hoofdstad om de feestelijkheden bij te wonen. En het moet gezegd worden; het was een feestelijke dag. De stad was versierd met vlaggen, banieren en andere doeken in de kleuren rood-wit en blauw en veel, erg veel oranje. Mensen, horden mensen, namen een kijkje op de Dam, bij het paleis, langs de kade voor de koningsvaart, bij de vele podia en de sfeer was Hollands gezellig.
Wat me opviel was het vele blauw op straat, op het water en in de lucht. Nooit geweten dat Nederland op een dag, in een stad, zoveel parate troepen kon verzamelen. Normaal gesproken zie je de mannen van stavast alleen verschijnen als er iets loos is, maar nu waren ze paraat voor het geval er iets loos zou gaan. Ik stond er versteld van dat er zoveel uniformen gedragen worden in dit landje. Vanaf het achterdek van de zeesleper Holland (1951, maar nog in prima staat dankzij het werk van veel vrijwilligers) zag ik bij de opvaart van het westelijk havengebied naar het IJ dat een tiental politiebootjes met op elke rubberboot drie manschappen in ons kielzog mee opstoomden. En op het IJ, tientallen schepen die allemaal in speciale vakken gerangschikt lagen te wachten op de komst van het koningspaar, voeren vele bootjes met agenten, mariniers en marechaussees af en aan. Wie van zijn plek dobberden – de sterke wind had behoorlijk vat op de vloot – werd door geuniformeerden terug in het gelid gesleept. Mooi hoe die mannen zich met alles bemoeiden. Marinieman Bol had de dag van zijn leven. Bevelen geven aan zijn twee manschappen, de bemanning, opvarenden..mooi man.
Ik stond erbij en keek er naar, samen met vrouw en genodigden.
Ik zag Ali B oefenen met een horde kinderen, de lege tent waarin Armin van Buuren samen met het Concertgebouworkest de Bolero zou laten klinken, helikopters ronkten door het luchtruim boven het volle IJ. De Sumatrakade stroomde in de loop van de middag vol met mensen, gewonen mensen, maar ook gezelschappen, orkesten, artiesten, you name it. Druk, druk, druk.
Het Jordanese Zwanenkoor – al 23 jaar een begrip in Amsterdam – werd met een pontje naar de Holland gevaren. Microfoons werden opgesteld, geluidsboxen, drums en trekzakken kwamen aan boord. En natuurlijk het gezelschap zangers en zangeressen. Ka’s en Kootjes, Aries en Annies en wat al niet meer. Een uitbarsting van Jordanees geweld brak los aan boord. “Bij ons in de Jordaa…. allemaal!”
Er moest proefgezongen worden voor de NOS, die met een bootje langsvoer.
Alles goed, ja, alles goed.
Ja, het moet straks natuurlijk goed gaan als de vorst langskomt.
Jaja, wat hij hebt wel ’s gezeg da’ wij sijn favoriete koor zijn….
Zeker en vast.
Als de koning straks langs vaart mag er wel geproost en gezwaaid worden, maar mogen er geen foto’s worden genomen.
Dat zijn de regels van het protocol, daar heeft eenieder zich aan te houden.
Mooi, prima, dan gaan we nu wachten, hij is onderweg.
Kijken naar de politieboot op het IJ met daarachter de boot van de havendienst Amsterdam.
Wachten, wachten, glas in aanslag.
Dan komt de vorst zijn schuit in beeld.
Het koor begint te zingen, de cameraboot raced voorbij, de vorst en vorstin met de prinsesjes scheurt in een noodvaart langs de Sailvloot, langs de kade, alsof het een RIB-race is. De Jordanese gezangen stokken in de kille wind. De vorst kwam en was verdwenen. Teleurstelling alom bij alle opvarenden, maar vooral bij de koorleden. Het NOS live verslag laat het IJ gevuld met schepen zien, maar amper individuele vaartuigen. Als het koninklijke vaartuig dan zeven minuten stilhoudt bij het podium van het Concertgebouworkest klinkt er gemor in de plaats waar protesten vandaag niet mogen. “Hij heb geen oor voor het gewone folk, maar wel voor dat orkest”, klinkt het nijdig.
Anderen vinden het gewoon jammer.
En dat is het ook wel voor al die mensen die hun vaartuig hebben versierd, die aan dek allerhande zaken hebben georganiseerd, die expres voor deze dag naar de hoofdstad zijn gevaren.
Dat had anders gekund.
Maar goed, het is wat het is en het is en blijft een feestdag.
Dus zingen de Zwanen voor eigen volk en toehoorders. Over dat kleine café aan de haven, en Johnny sing een liedje foor mij alleeeeen….Er is drank, eten en amusement. Op grootbeeld worden de beelden van de hoogtepunten herhaald en herhaald….
Tegen elven verlaat de Holland zijn ankerplaats op het IJ en glijdt de sterke sleper rustig naar de kade in het westelijke havengebied, voorbij de Coencentrale. Nederland heeft een koning en schrijver dezes een lichtelijk oranje hoofd…
De Koning verwees naar de Acte van Verlatinghe. Niet verwondelijk wanneer je weet dat hij geschiedenis studeerde. Wel zinvol omdat de staat waarin wij leven, niet begrepen kan worden zonder enige vorm van historische reflectie. Zo zal een ieder wel het zijne uit zijn rede halen!