Een creditcardcultuur speelt Vlissingen parten meldde deze week de krant van Wakker Nederland met de traditionele oorlogsbekopping. Andere media hadden het er ook over alsof dat de belangrijkste bevindingen waren van de raadscommissie die onderzoek gedaan had naar de inmiddels beruchte bonnetjes. Nou, aangezien er slechts enkelen zich bedienden van een gemeentelijke kredietkaart kan er moeilijk gesproken worden van een cultuur van handel op afbetaling op het gemeentehuis van de havenstad. Nee, als het woord “cultuur” gebruikt moet worden, dan dient dit in combinatie met het woordje “angst” te zijn. Mensen, ongeacht hun positie, zijn in Vlissingen bang de waarheid te spreken, men durft niet te zeggen hoe hazxen lopen, waar ze lopen en met wie ze samenlopen. In Vlissingen speelt meer dan het gesjoemel van wat bestuurders. Een recent artikel in de PZC gaf aan dat de bestuurscultuur in Vlssingen al jaren redelijk verziekt is, maar het manco van dat artikel was dat er te veel werd teruggekeken op hoe het ooit was, met oud-bestuurders en medewerkers. De medewerkers die nu het stadhuis bevolken, die nu de klappen krijgen, die nu meegesleurd worden in een ware heksenketel, die kwamen tot op heden in de media niet aan het woord. Net zo min als al die heldhaftige raadsleden, die de voorbije weken heerlijk dik hebben kunnen doen, maar du moment dat ze iets konden zeggen zich beperkten tot geen commentaar, geen commentaar, geen commentaar, die laten het ook na duiding te geven in deze onverkwikkelijk brij van gesjoemel, machtsmisbruik, chantage en marchanderen.
Is dat vreemd, natuurlijk is dat niet vreemd.
Ambtenaren zijn bang voor hun hachje, willen loyaal zijn en willen hun werk verrichten voor de gemeente, voor de gemeenschap. Natuurlijk gaat niemand zeggen dat er de voorbije weken op de stedelijke burelen vanalles is gebeurd. Natuurlijk gaat niemand zeggen dat Roep en zijn vertrouwelingen vanalles in het werk gesteld hebben om hem te laten zitten, dat de commissieleden tijdens hun onderzoek voortdurend werden bewerkt en dat uiteindelijk die halfslachtige rapportage diverse malen is aangepast, herbewerkt, waardoor de werkelijke waarheid geweld werd aangedaan. Dat gaat niemand zeggen. Geen ambtenaar, geen commissievoorzitter als die CU-voorman Coen van Dalen, die erg veel moeite deed voor de camera om vooral aardig over te komen.
Nee, dat die gewone ambtenaren er het zwijgen toedoen, dat is begrijpelijk, maar dat neenmt niet weg dat bovenstaande zaken zijn gebeurd en zij daar getuigen van zijn geweest. Moet de ambtelijke top dan wat zeggen. Gemeentesecretaris Hans van Houdt bijvoorbeeld, die de voorbije drie jaar mocht merken dat de burgemeester vaker op zijn stoel zat dan hij, die met managers moest werken die allemaal hun eigen gang gingen, waardoor er van een gezamenlijke modus operandi in Vlissingen Er heerst in Vlissingen absoluut geen sprake is, terwijl dat juist de inzet was van de reorganisatie in 2007.
Nee, Van Houdt zal niks zeggen, ook hij vreest voor zijn hachje en zo zijn er meer.
En dan heb je nog de leidinggevende medewerkers van voor de reorganisatie van 2007, de mensen die toen op hun nummer werden gezet wegens het falen van het Scheldekwartierproject, die wegmoesten, maar uiteindelijk na interventie van de rechter weer terug op het stadhuis aan de slag moesten gaan. Ze zitten er nog met wringende schoenen.
Maar ook zij houden wijselijk hun mond.
Die gaan echt niet vertellen dat sommige leidinggevenden van nu een ongezond verbond hebben gesloten met bijvoorbeeld burgemeester Roep, waarbij geen scheiding meer bestaat in werk en privé, bestuur en organisatie, afdelingen en clusters en waarin mensen gebruikt worden als middelen om persoonlijke doeleinden te verwezenlijken. Nee, die houden wijselijk de mond.
En dan die raadsleden, de Weug en Kraan’s van deze kleine wereld. Anders nooit verlegen om uit de school te klappen. Maar ja, beetje moeilijk nu, als je zelf privé en zakelijk moeilijk kunt onderscheiden en met enige regelmaat ambtenaren der stede Vlissingen onder druk komt zetten om allerhande zaken geregeld te krijgen voor henzelve of mensen uit hun directe omgeving.
Zou misschien burgemeester Roep dan moeten vertellen dat het bestuursklimaat in Vlissingen zo verziekt is. Hij, de zelfgeproclameerde redder van Vlssingen, die het nu zo moeilijk heeft. Hij, die meent als burgemeester over alle portefeuilles te gaan en daarbij meer dan eens collegeleden voor het hoofd stoot. Hij, die volgens ingewijden op het gemeentehuis absoluut geen verbinder is, maar bij voortduring de confrontatie zoekt en enkel op goede voet staat met mensen die alles bevestigen wat hij meent te moeten roepen. De jaknikkers zonder nekspieren. Roep is buiten het stadhuis, onder gewone mens, redelijk zichtbaar, kan die publieke rol – ook volgens zijn ambtenaren – redelijk goed aan, maar eenmaal binnen de muren van de griffie is dat heel andere koek.
En van Jacques Damen moet helemaal geen tekst en uitleg over bestuurscultuur in Vlissingen verwacht worden. Op het stadhuis zit daar ook niemand op te wachten. Damen lag daar bij hoog en laag slecht. Een schreeuwer, een visie-en inhoudsloos tiep en zelfs een beetje integriteit was deze man volgens velen ten stadhuize vreemd.
Nee, alles draait om de bonnetjes.
Om Roep nu en minder om Damen.
Met het vertrek van deze heren wordt weinig opgelost, dat is waar.
Maar de steenpuist die bestuurlijk Vlissingen is dan wel gebarsten.
De vuiligheid komt er dan vanzelf wel uit, het laatste restje wellicht met de verkiezingen in maart.
Vlissingen snakt naar een nieuw fris begin.
De stad en zijn inwoners, de gemeente en de loyale medewerkers,
hebben daar recht op.
Inhoudsloze schreeuwers, niet luisteren naar afwijkende meningen, napraters van wat modieus is, intimidatie; allemaal zaken die in Vlissingen nu naar buiten komen, maar naar heel bestuurlijk, handhavend, thuiszorgend, energieleverend Nederland kan worden vertaald. De goeden niet te na gekomen uiteraard, maar Vlissingen is echt niet uniek.
Het gros van de 50+ blanke Nederlandse manager en/ofbestuurder wil geen kritische geesten om zich heen, of adviseurs die anders adviseren dan hun onderbuik. Het is met het verstrijken der tijd gelukkig een met uitsterven gedoemd ras. Het is echter bevreemdend dat de 4e macht niet vaak in staat is om deze cultuur bloot te leggen en aan de kaak te stellen.
Dat uitsterven lijkt me niet aan de orde. Onder de 40 plussers zijn evengoed van dit soort lieden te vinden, misschien nog wel meer.
Je had gelijk, hij is vertrokken.