De paarse krokodil is nog lang niet uitgeroeid, nee, integendeel. Het wezen, het symbool van een onwillige bureaucratie, waart in grote aantallen rond op gemeente-en provinciehuizen en Haagse burelen. Veel ambtenaren functioneren niet, doen hun werk niet naar behoren en weten niet wat klantgericht handelen is. Dat zeg ik niet, dat zeggen ambtenaren zelf. Ruim driekwart van de ambtenaren kent wel een collega die niet goed functioneert. Dat blijkt uit een onderzoek van re.Public onder ruim vijfhonderd ambtenaren uit alle bestuurslagen. Slechts zo’n 14 procent van de ondervraagden geeft daarbij aan dat leidinggevenden in staat zijn adequate maatregelen te nemen, de rest niet en dat lijkt me toch een beetje zorgelijk.
Minister Blok (VVD) stelt in zijn hervormingsagenda voor een strenger beleid te willen gaan voeren tegen ambtenaren die niet meer goed functioneren in hun huidige baan. Dat is een voorstel, maar of de bewindsman een kans van slagen heeft om veel te veranderen binnen de Vierde Macht mag hardop worden betwijfeld.
Ambtenaren zelf zijn ook niet genegen om collega’s nadrukkelijk tot de orde te roepen of te corrigeren. In het onderzoek wordt gesteld dat ambtenaren niet gewend zijn elkaar aan te spreken op houding of prestaties.
En een derde van de geënqueteerde leidinggevenden zegt vervolgens moeite te hebben met ondergeschikten aan te spreken op hun tekortkomingen. Mooi is dat.
Dat betekent simpelweg in de meeste gevallen dat lieden die de kantjes er vanaf lopen dat ongehinderd kunnen blijven doen. Niemand zegt wat van iemand.
Naar aanleiding van de Vlissingse bonnetjesaffaire mocht ik bij gelegenheid wat anonieme epistels ontvangen over de bestuurscultuur in de Zeeuwse havenstad. De geur van verrotting rees op uit mijn emailbak. Vlissingen, een vergaarbak van paarse krokodillen, die heulen met de steeds wisselende machten. Voor rechtschapen dienders van het publieke bestel een crime, voor disfunctionerende lieden een zegen. Bestuurders komen, bestuurders gaan, de Vierde Macht blijft altijd bestaan. Nou, ja, veel te lang kunnen lieden afdelingen naar hun hand zetten, bestieren, met alle gevolgen van dien.
In Vlissingen heerst dus al tijden de angst en met een nieuwe burgervader – al dan niet tijdelijk – is dat niet anders geworden. De bezem moet door de organisatie. In Vlissingen, maar wellicht ook op veel andere plekken. Als het re.Public onderzoek een beetje representatief is, zouden heel veel bestuurders (en ambtenaren) zich grote zorgen moeten maken.
Maar dat doen ze niet, nee, ze wachten tot Stef Blok een veger en blik presenteert…
Titel is erg suggestief, Conny. Ruim driekwart van de ambtenaren kent wel een collega die niet functioneert, las ik. Een gros is veel meer. Ik denk dat je veel ambtenaren te kort doet. Wat niet wil zeggen dat er geen stoffer en blik nodig is.
Gros is in dit geval een onbepaald telwoord, je kunt het naar believen invullen. Als driekwart vd ambtenaren niet functionerende collega’s kent, dan gaat het in dit onderzoek alleen al om honderden (of het moet zijn dat ze allemaal de pijlen richten op een paar figuren). Ik kan ook “heel veel” schrijven, maar dat is ook suggestief. Dan maar een krachtkop.