De peetvader van de hedendaagse lokale politiek in Oost-Zeeuws-Vlaanderen, Ben Picavet, is niet meer. Hij overleed dinsdag op 91-jarige leeftijd. In 2002, kort voor de laatste gemeentelijke herindeling nam hij, op 78-jarige leeftijd, afscheid van het openbaar bestuur. Bij zijn afscheid was hij de oudste dienende wethouder in Nederland. Voor zijn publiek werk werd hij destijds benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Picavet, nazaat van de slachter met die naam die in de oorlogsjaren in Hulst bijzonder veel noodslachtingen moest verrichten (en zo de bevolking aan het nodige vlees kon helpen) was een politiek zondagskind. Dankzij zijn naam kon hij tot twee keer toe electoraal zoveel steun naar zich toetrekken dat hij wethouder kon worden. De eerste keer was in 1958 toen hij aan de verkiezingen in Hulst meedeed namens de Lijst Stolte. Picavet kan gelijk aan de slag als wethouder voor sportzaken en wat cultuur destijds mocht heten. Na een zittingsperiode als dagelijks bestuurder volgde nog drie jaar als raadslid, maar dat lag hem minder. In 1965 trok hij zich om persoonlijke redenen terug uit de politiek. Op de achtervang bleef hij alles nauwgezet volgen.
In 1985 kreeg Hulst, na twintig jaar de Bourgondiër Peter Molthoff als eerste burger te hebben gehad, in Frans Jacobs een nieuwe burgemeester. Jacobs, een oud-politie-inspecteur en een rechtlijnig bestuurder, viel niet goed in de lokale bestuurlijke kringen. De man, een CDA’er, voelde de Hulster mentaliteit slecht aan en in de raad voerde, na een jaar of wat, kregeligheid de boventoon. Dat Jacobs slecht omging met de toen spelende ziekenhuisaffaire (het Liduinaziekenhuis moest dicht, omdat er een nieuw centraal ziekenhuis voor Zeeuws-Vlaanderen in Terneuzen moest komen), per sé een nieuw stadskantoor wilde en en passant van een aantal Hulster instituties als het Opbouwwerk van Cor van Leuven afwilde, maakte hem verre van bemind.
Ben Picavet was in die jaren administrateur van de stichting Opbouwwerk die Jacobs wilde opdoeken. In die hoedanigheid zag hij ook alle ins en outs over de ziekenhuisaffaire passeren. En zonder er om gevraagd te hebben kreeg Picavet alle middelen voor een politieke comeback aangereikt. Hij naderde toen de pensioengerechtigde leeftijd en het opheffen van het Opbouworgaan zou hem persoonlijk niet treffen. Hoe het ook zij, Picavet had een aanleiding om weer politiek actief te worden (pensioen), een vijand (Jacobs en bijgevolg ook het destijds alomvertegenwoordigde CDA) een paar items (het ziekenhuis, het stadskantoor, het opbouwwerk) en niet te vergeten zijn naam. Hij was een Picavet.
Jo van Dorsselaer, destijds raadslid met een eigen Clingse Lijst, benaderde Picavet om bij hem op de lijst te komen staan, maar Picavet wees dat af. Hij wilde een eigen kiesvereniging oprichten en dat gebeurde. Ben Picavet wilde als zestiger ook niet zijn pijlen richten op alleen ouderen. „We zijn er voor iedereen”, zei hij toen Groot-Hulst in de grondverf stond en hij al kon rekenen op kandidaten in vrijwel alle Hulster kernen. „Veel pretenties hebben we niet, maar we zijn er wel van overtuigd dat voor een plaatselijke lijst als Groot-Hulst, zonder enige politieke binding een rol is weggelegd in deze gemeenschap.” Voorzichtig rekende hij op twee zetels.
Het werden er vier en ook Frans de Vries (later Progressief Hulst) maakte zijn entree in de Hulster raad. Picavet werd wethouder en werd gelijk belast met sociale zaken en huisvesting. Als jong-bejaard bestuurder excelleerde Picavet in de eerste jaren op sociale zaken. Met goede ambtenaren als Frans Stroobant en Etienne de Deckere wist de gemeente Hulst landelijk zelfs voor sociaal beleid prijzen binnen te halen. Op het vlak van de huisvesting was Picavet wat minder gelukkig. Hij zorgde voor een nieuw stadskantoor, maar dat kwam precies op de plek waar zijn oude opponent Jacobs (die in 1990 overigens plaatsmaakte voor Antoine Kessen) het gewild had, achter het stadhuis en niet in het oude Liduinagebouw. (overigens niet geheel onbegrijpelijk, het oude ziekenhuisgebouw bleek bouwtechnisch veel minder goed dan eerst werd gedacht en werd uiteindelijk gesloopt. Nu staat er op de plek een appartementencomplex). Hoe het ook zij, Hulst rekende Picavet daar bij een volgende verkiezing niet op af.
Picavet bleef drie raadsperiodes achtereen aan als wethouder. Groot-Hulst bleef (ook nu nog) een politieke machtsfactor van belang. Bij elke verkiezing wist Picavet wel een kleinere lokale lijst aan Groot-Hulst te koppelen, waardoor een mogelijk verlies aan electoraal steun voor zijn club werd gereduceerd. De facto heeft Picavet ervoor gezorgd dat een verdere versnippering van het politieke speelveld in Hulst werd voorkomen.
Den ouwen Picavet, zoals hij werd genoemd, was een man met twee gezichten. Aimabel, hartelijk en vol humor, maar ook – als het moest – hard en vilein. In de raad, maar ook daarbuiten. Politiek-bestuurlijk was Picavet met zijn Groot-Hulst niet eenduidig, nooit nadrukkelijk uitsproken, pragmatisch vooral. Problemen moesten worden opgelost. Daarmee is niet gezegd dat hij een lokalo zonder inhoud was. In zijn portefeuilles hield hij landelijke ontwikkelingen goed bij, VNG-congressen gingen niet aan hem voorbije en hij stak graag zijn licht op elders.
Na zijn vertrek bleef Picavet op de achtergrond zijn Groot-Hulst steunen en sturen. Zo had hij zelf de hand in de fusie met Algemeen Belang van Fons Roctus na de herindeling. In 2010 werd hij nog gevraagd voor een plek op de kandidatenlijst van de combi-partij. „Nee, ik ben oud jong. Als ik dat doe wil ik me ook weer inzetten en dat kan ik niet meer. Mijn tijd is geweest. Laat anderen nu die kar maar trekken”, zei hij. ABGH werd in 2011 de grootste partij in de Hulster raad en dat vond hij dan wel weer erg leuk.
Hulst moet verder met een kleurrijk mens minder.
Ben Picavet wordt maandag 2 maart gecremeerd in Terneuzen.
Om 11.00 uur wordt er in de aula van het crematorium een herdenkingsdienst gehouden.
Deze tekst werd tijdens de dienst op verzoek van de familie voorgelezen.
Mooie memorie over n markant mens.
Een mooi in memoriam voor Ben Picavet. Een groot deel van zijn bestuursperiode heb ik van nabij kunnen meemaken. Je stuk roept herinneringen op.
Dank je Hans.
Bij mij ook, herinneringen.
Hartelijk dank voor dit mooie stuk over mijn vader.
Geen dank Karin. Ik ben blij je vader gekend te hebben. Naar mij toe was hij altijd vriendelijk en aimabel, al was ik soms de vervelende journalist.
Veel sterkte met het verlies.
Goede analyse, Conny.
Goed achter de schermen gekeken en ook naar “het podium”.
Een lieve in memoriam over Ben. Mijn collega van 1998-2003.
Touché Conny,
Een memorabel artikel over een bijzonder mens.