Armoede, je kon het ruiken
op wasdagen
als de schoepen van de wasmachine
ritmische hun programma afdraaiden
de open kuip, het dampende sop
en moeders die het wasgoed
met kracht door de zwengel haalde
Gebrekkigheid, je kon het zien
aan de truitjes van wol
die ooit anderman truitjes
waren geweest
uitgetrokken en opnieuw opgezet
en moeders die de breinaalden
in stevig tempo liet tikken
Zuinigheid, je kon het merken
aan de temperatuur in huis
die nooit hoog was, eerder laag
alleen als buiten de vorst kraakte
werd de kit gevuld met kooltjes
voor in de keuken en de oliehaard
in de woonkamer mocht stinken
En toen kwam voorspoed
en voorspoed nam
wat de waarden waren
voor de mens die wist
wat armoede was.
Het wachten is
op de armoedeval
die komen gaat.